2022_2hv Talent 2.3 les 2

Talent 1.3 en 2.3 Lezen
Leerdoelen - in deze paragraaf leer je:
  • wat een informatieve tekst is;
  • 4 soorten feitelijke informatie;
  • wat een interviewverslag is - twee vormen herkennen;
  • functies van de inleiding en het slot benoemen;
  • het samenvattend tekstverband herkennen.
timer
1:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Talent 1.3 en 2.3 Lezen
Leerdoelen - in deze paragraaf leer je:
  • wat een informatieve tekst is;
  • 4 soorten feitelijke informatie;
  • wat een interviewverslag is - twee vormen herkennen;
  • functies van de inleiding en het slot benoemen;
  • het samenvattend tekstverband herkennen.
timer
1:00

Slide 1 - Slide


A
informatie over dingen die echt bestaan
B
kennis door waarneming of onderzoek verkregen
C
uitleg die je kunt uitvoeren
D
beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden

Slide 2 - Quiz

informatieve tekst
Schrijver wil lezer informeren = feitelijke informatie geven

Soorten feitelijke informatie:
  • beschrijving van gebeurtenissen die echt zijn gebeurd
  • informatie over dingen / mensen die echt bestaan
  • kennis door waarneming of onderzoek verkregen
  • uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


A
informatie over dingen die echt bestaan
B
kennis door waarneming of onderzoek verkregen
C
uitleg die je kunt uitvoeren
D
beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide


A
informatie over dingen die echt bestaan
B
kennis door waarneming of onderzoek verkregen
C
uitleg die je kunt uitvoeren
D
beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Functies van een inleiding
Elke inleiding is allereerst bedoeld om aandacht te trekken.
• het onderwerp noemen of beschrijven;
• de aanleiding noemen. 
• de centrale vraag stellen. 
• de mening van de schrijver geven. 
• een samenvatting van de inhoud geven. 

Slide 10 - Slide

Wat zijn functies van een slot?
A
Samenvatting beschrijven
B
Onderwerp benoemen
C
Advies geven
D
Conclusie geven

Slide 11 - Quiz

opdracht 4 bespreken
Opdracht  9-10-11-12 maken
Huiswerk woensdag 11 oktober
opdrachten afmaken
Leer de theorie uit paragraaf 2.3 en herhaal de theorie uit 1.3.

Slide 12 - Slide

Functies van een slot
• een conclusie geven. Je herkent een conclusie vaak aan signaalwoorden als: dus, daarom, dan ook;
• een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst. Je herkent een samenvatting vaak aan signaalwoorden als: kortom, samenvattend;
• een advies geven. Je herkent een advies bijvoorbeeld aan zinnetjes als: het is raadzaam, het is beter, het is aan te raden.

Slide 13 - Slide

Tekstverbanden zijn ....
A
verbanden die verschillende teksten met elkaar kunnen hebben
B
verbanden tussen zinnen, woorden en alinea's

Slide 14 - Quiz

Dit zijn tekstdoelen
A
informerend, amuserend, overtuigend
B
kranten, tv, social media
C
artikelen, moppen, recepten
D
overtuigen, bemoeien, vertellen

Slide 15 - Quiz


Zoek tekstverband:
Vroeger hield hij van pasta, tegenwoordig houdt hij meer van pizza.n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
uitleggend

Slide 16 - Quiz

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 17 - Quiz

Noem alle tekstverbanden

Slide 18 - Mind map

Geef een tekstvorm bij een amuserende de tekst

Slide 19 - Open question

Wat is belangrijkste doel van een betogende tekst?

Slide 20 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 21 - Open question