Herhaling tekstverbanden en signaalwoorden 2mavo

Herhaling lezen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling lezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we in deze les doen?
  • Herhalen hoofdstuk 2 lezen
  • Leestaak maken 

Slide 2 - Slide

informatieve tekst
Schrijver wil lezer informeren = feitelijke informatie geven

Soorten feitelijke informatie:
  • beschrijving van gebeurtenissen die echt zijn gebeurd
  • informatie over dingen / mensen die echt bestaan
  • kennis door waarneming of onderzoek verkregen
  • uitleg die je kunt uitvoeren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


A
informatie over dingen die echt bestaan
B
kennis door waarneming of onderzoek verkregen
C
uitleg die je kunt uitvoeren
D
beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide


A
informatie over dingen die echt bestaan
B
kennis door waarneming of onderzoek verkregen
C
uitleg die je kunt uitvoeren
D
beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden

Slide 7 - Quiz

Functies inleiding en slot
Functie van een alinea = 
welke rol heeft een alinea in de tekst.

Inleiding en slot hebben ieder hun eigen functie.

Slide 8 - Slide

Functies inleiding
  • Het onderwerp benoemen;
  • Aanleiding noemen;
  • Centrale vraag stellen;
  • Mening van de schrijver geven;
  • Samenvatting van de inhoud geven. 

Slide 9 - Slide

Functies slot
  • Conclusie geven;
  • Samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst;
  • Advies geven aan de lezer. 

Slide 10 - Slide

Welke functie kan een inleiding NIET hebben?
A
De mening van de schrijver geven
B
Een vraag stellen
C
Een samenvatting geven
D
De conclusie van de schrijver geven

Slide 11 - Quiz

Welke functie kan een slot NIET hebben?
A
Een samenvatting geven
B
Een advies geven
C
Een conclusie geven
D
Een toekomstverwachting geven

Slide 12 - Quiz

Tekstverbanden
Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband.
Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.

Slide 13 - Slide

Samenvattend tekstverband
  • In een samenvatting staan de hoofdzaken uit een tekst. 


  • Signaalwoorden: Kortom, samenvattend, al met al

Slide 14 - Slide





Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Slide 15 - Quiz

Wat is het tekstverband in deze zin?

Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.

A
Opsommend tekstverband
B
tegenstellend tekstverband
C
Samenvattend tekstverband
D
Concluderend tekstverband

Slide 16 - Quiz

Noem 1 signaalwoord van
een samenvattend
tekstverband

Slide 17 - Mind map

Aan de slag!
  • Jullie gaan nu de leestaak maken die ik jullie geef.
  • Eerste 10 minuten in stilte werken, daarna overleggen. 

Slide 18 - Slide