2.3 Lezen les 1

Lezen 2.3
  • Goedemorgen
  • Pak een leesboek uit de kast en
      ga rustig lezen.

  • Lesboek en etui op de hoek van je
      tafel
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Lezen 2.3
  • Goedemorgen
  • Pak een leesboek uit de kast en
      ga rustig lezen.

  • Lesboek en etui op de hoek van je
      tafel

Slide 1 - Slide

Afspraken over lezen
  • Start van de les begin je met
     10 minuten lezen in je boek.
  • Daarna boek op de hoek van je
     tafel.
  • Aan het einde van de les zet je
      het boek netjes terug in de kast.

Slide 2 - Slide

Fictie 2.1
Leertekst: Personages
Personages verdeel je in hoofd- en bijpersonen.

Over de hoofdpersoon kom je te weten:
• wat hij of zij denkt en voelt;
• wat zijn of haar karaktereigenschappen zijn
  (bijvoorbeeld: verlegen, zelfverzekerd, nieuwsgierig, egoïstisch);
• hoe hij of zij eruitziet;
• waar, hoe en met wie hij of zij woont.
Hoofdpersonen leer je goed kennen in een boek. Daarom kun je je goed inleven in een hoofdpersoon. 

Slide 3 - Slide

Fictie 2.1
Leertekst: Personages
Personages verdeel je in hoofd- en bijpersonen. 

Over de bijpersonen krijg je veel minder informatie.
Van bijpersonen krijg je meestal geen gedachten en gevoelens te lezen.?

Slide 4 - Slide

Fictie 2.1 huiswerkbespreken
Opdracht 8 en 9 blz. 100 - 101

Slide 5 - Slide

Lezen 2.3 weet je nog?
Verkennend of nauwkeurig lezen?

Slide 6 - Slide

Lezen 2.3 lees deze tekst eens
Een vriendschapscake of 'Herman' is al jaren bekend. Ieder geeft een stukje van het deeg door aan een ander, als teken van vriendschap en vertrouwen. Door het deeg tien dagen goed te verzorgen, neemt het toe. Op de tiende dag bak je van een deel van het deeg iets lekkers, de rest verdeel je over je vrienden. Enzovoort.
Zo start je een Herman:
• 100 gram suiker
• 250 ml warm water
• zakje gist van 7 gram
• 225 gram bloem
Maak ook eens een Herman, hij is heerlijk!

Slide 7 - Slide

Lezen 2.3
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • wat feiten en meningen zijn;
  • feiten en meningen herkennen;
  • de Moeilijkewoordenwijzer toepassen;
  • signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.

Slide 8 - Slide

Lezen 2.3 feiten en meningen
Leerdoel vandaag

  • hoe je een boek kunt kiezen
Leerdoelen deze les

  • Wat feiten en meningen zijn
  • Feiten en meningen herkennen

Slide 9 - Slide

Lezen 2.3 feiten en meningen
Leertekst: Leertekst: Feiten en meningen

In teksten kom je feiten en meningen tegen. 










feit
mening
Is echt of is werkelijk gebeurd.
Is wat iemand ergens van vindt of over denkt.
Kun je meestal controleren.
Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

Slide 10 - Slide

Lezen 2.3 feiten en meningen

Slide 11 - Slide

Lezen 2.3 feiten en meningen
Rood
Blauw
Geel
zwart
Feit:

Slide 12 - Slide

Lezen 2.3 feiten en meningen
  • Maak opdracht 3 blz. 110
  • Maken opdracht 4, blz. 111-112

Slide 13 - Slide