Por ejemplo: En mi ciudad hay _________ iglesias.
Stap 1: Vertaal de zin naar het Nederlands. (In mijn stad zijn er veel kerken)
Stap 2: Bij erg/heel gebruik je: muy. Bij veel gebruik je: mucho. (veel = mucho)
Stap 3: Waar zegt erg, heel of veel iets over? (veel zegt iets over iglesias)
Stap 4: Is het een zelfstandig naamwoord? Pas dan het woord aan. Zegt het iets over een werkwoord dan kan het gelijk blijven.
(veel zegt iets over iglesias = vrouwelijk meervoud = muchas)