werk en werkloosheid H3

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Nominaal en reëel

Slide 7 - Slide

Nominaal vs reëel inkomen
Nominaal inkomen = Wat iemand feitelijk aan Euro's verdient. 
Reëel inkomen = nominaal inkomen gecorrigeerd voor prijsstijgingen.
Waarom is reëel inkomen een betere maatstaf? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Nominaal loon is het loon gemeten in
A
geld
B
koopkracht

Slide 15 - Quiz

Reëel loon is loon gemeten in
A
geld
B
koopkracht

Slide 16 - Quiz

Het reëel inkomen zegt iets over .....
A
Hoe realistisch je inkomen is
B
Hoeveel je verdient
C
De koopkracht
D
Hoe rijk je bent

Slide 17 - Quiz

nominaal rendement = 4,4%
reëel rendement = 2,3%
inflatie =
A
2,1%
B
6,8%
C
-2%
D
6,7%

Slide 18 - Quiz

nominaal rendement = 8,0%
inflatie = 3,7%
reëel rendement =
A
4,3%
B
-4,3%
C
11,7%
D
4,1%

Slide 19 - Quiz

Wat is je reëel rendement?
De rente op je spaargeld is 6%, de inflatie is 1,5%
A
-4%
B
4,5%
C
7,5%
D
4,4%

Slide 20 - Quiz

Nominale Index 1996: 96
Nominale Index 1998 : 106
Met hoeveel procent is het nominale inkomen gestegen in 1998 tov 1996?
A
90,60%
B
0,10%
C
10,42%
D
110,42%

Slide 21 - Quiz

Hoe bereken je het reëel inkomen?
A
procentuele verandering inkomen - inflatiepercentage
B
inflatiepercentage - procentuele verandering inkomen
C
koopkrachtpercentage - inflatiepercentage
D
inflatiepercentage - koopkrachtpercentage

Slide 22 - Quiz

inflatie = 2,3%
reëel rendement = 3,7%
nominaal rendement =
A
6%
B
-6%
C
1,3%
D
-1,3%

Slide 23 - Quiz

Wat is je reëel rendement?
De rente op je spaargeld is 6%, de inflatie is 1,5%.
A
-4%
B
4,5%
C
7,5%
D
4%

Slide 24 - Quiz