This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
De medische term voor grote hersenen is
A
Cerebrum
B
Cerebellum
C
Cortex
Slide 1 - Quiz
De hersenziekte waarbij een specifiek deel van de hersenen verloren gaat is
A
Ziekte van Parkinson
B
Alzheimer
C
Meningitis
Slide 2 - Quiz
Afasie betekent:
A
Moeite hebben met het begrijpen en/of spreken van taal
B
Moeite hebben met de juiste motoriek
C
Moeite hebben met het herkennen van personen
Slide 3 - Quiz
De medische term amnesie betekent
A
Geheugenverlies
B
Dementie
C
Bewusteloosheid
Slide 4 - Quiz
De medische term voor een zenuwontsteking is
A
neuritis
B
neurose
C
nefritis
Slide 5 - Quiz
De juiste schrijfwijze van het woord ontlasting is
A
Faices
B
Feces
C
Feacis
Slide 6 - Quiz
Wat betekent pyrosis?
A
Zuurbranden
B
Maagsap
C
Maagingang
Slide 7 - Quiz
Gestoorde spijsvertering van voedsel met als gevolg een opgeblazen gevoel, pijn in de maagstreek en oprispingen van zuur. Hoe noemen we in medische term een verstoorde spijsvertering ?
A
Dyspepsie
B
Dysenterie
C
Dysulculus
Slide 8 - Quiz
Het stijgende deel van de dikke darm heet:
A
Colon descendens
B
Colon ascendens
C
Colon transversum
Slide 9 - Quiz
Mw. De Vries heeft last van chondropathie. locatie: patella. Wat betekent patella?
A
Enkelgewricht
B
Heupgewricht
C
Knieschijf
Slide 10 - Quiz
Dhr. Geerlings heeft last van coxalgie al 5 jaar hij komt nu in aanmerking voor een operatie. Wat betekent coxalgie?
A
Schouderpijn
B
Kniepijn
C
Heuppijn
Slide 11 - Quiz
Het woorddeel 'my' in myalgie heeft betrekking op:
A
zenuw
B
spier
C
bot
Slide 12 - Quiz
Bij een hernia heeft de patiënt last van een protrusie van de discus. Wat betekent protrusie?
A
Een wervelinzakking
B
Uitpuiling tussenwervelschijf
C
Verzwakte spier van de tussenwervelschijf
Slide 13 - Quiz
Met de term prolaps wordt bedoeld:
A
Voorkant
B
Verzakking
C
Uitstulping
Slide 14 - Quiz
Patiënten ervaren veel pijn als ze last hebben van cholelithiasis. Wat betekent cholelithiasis?