20241001 Mask VAV4VMB000AK vmbo leerjaar 1 Thema's Werk 7 en 8 De sociale partners en de Verzorgingsstaat

VAV4VMB000AK 





David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson

VAV4VMB000AK 





David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Slide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 2 - Slide

timer
20:00

Slide 3 - Slide

Maatschappijkunde: Thema's kgt examenkatern Werk

Planning:



  

37: 11-09 1. De betekenis van werk 
38: 16-09 2. Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden 
38: 18-09 3. Bedrijfscultuur 
39: 23-09 4. De arbeidsmarkt 
39: 24-09 5. Hoe kom je aan werk 
40: 30-09 6. Werkloosheid 
40: 01-10 7. De sociale partners  en 8. Verzorgingsstaat 
41: 07-10:  Introductie praktische opdracht

Slide 4 - Slide

Terugblik op:

Les 6 Werkloosheid

Slide 5 - Slide

6.1 Soorten werkloosheid

Bij werkloosheid is er te weinig werkgelegenheid voor
het totale aantal arbeidskrachten.

Werkloosheid: een deel van de beroepsbevolking
dat geen werk kan vinden.

De drie soorten werkloosheid:

• seizoenwerkloosheid;
• conjuncturele werkloosheid;
• structurele werkloosheid.


Slide 6 - Slide

6.1 Soorten werkloosheid

  • Seizoenwerkloosheid: Sommige beroepen hebben alleen in een bepaalde tijd werk: denk aan fruitplukkers of skileraren.
  • Conjuncturele werkloosheid (is tijdelijk): Soms gaat het goed met de economie, soms slecht. Conjunctuur: golfbeweging in de economie. Als het slecht gaat in de economie noemen we dat een laagconjunctuur of economische crisis. In een laagconjunctuur neemt de werkloosheid toe.
  • Structurele werkloosheid: Als de economie blijvend veranderd, kunnen banen voor altijd verdwijnen. Dan is er sprake van structurele werkloosheid. Dat heeft te maken met: het marktmechanisme: er is geen vraag meer naar bepaalde producten, zoals cd’s en dvd’s; de automatisering: het werk is overgenomen door computers en robots; de lagelonenlanden: bedrijven hebben hun productie verplaatst naar landen met een lager loon.

Slide 7 - Slide

6.2 Gevolgen van de werkloosheid



Werkloosheid heeft drie gevolgen:

• persoonlijke gevolgen;

• gevolgen voor de samenleving;

• gevolgen voor de overheid.



Slide 8 - Slide

6.2 Gevolgen van de werkloosheid




Persoonlijke gevolgen:

  • je inkomen gaat omlaag;
  • je wordt minder goed in je werk;
  • je hebt minder sociale contacten;
  • je hebt veel vrije tijd en gaat je vervelen;
  • je voelt geen waardering meer.


Slide 9 - Slide

6.2 Gevolgen van de werkloosheid


Gevolgen voor de samenleving:


  • Er kan een tweedeling ontstaan tussen mensen met werk
    en mensen zonder werk.

Gevolgen voor de overheid:
  • De sociale premies moeten omhoog;
  • De overheid moet bezuinigen;
  • De overheid moet de uitkeringen verlagen.

Slide 10 - Slide

Lesdoel 02-10: 
7.1 De sociale partners
We leren:

  • x

Slide 11 - Slide

Lesdoel:

Les 7. De sociale partners:
  • Wat werkgevers- en werknemersorganisaties zijn.
  • De belangen van werkgevers en werknemers zijn.
  • Wat cao's zijn.

Les 8. Verzorgingsstaat
  • Over de verzorgingsstaat.
  • Over sociale zekerheid.
  • Over sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
  • Over de problemen van de verzorgingsstaat

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 7. De sociale partners: pagina 66-75:
opdracht 1 - 15 +
begrippen en samenvatting. 

Les 8. Verzorgingsstaat: pagina 76 - 89:
opdracht 1 - 22 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 12 - Slide

Les 7 De sociale partners

Slide 13 - Slide

Zelfwerktijd 


  vmbo: pagina 74 - 75
 Begrippen en samenvatting
      Ben je klaar? Werk dan verder.






timer
15:00
Les 7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Begrippen
Samenvatting
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Les 8:
16
17
18
19
20
21
22

Begrippen
Samenvatting

Slide 14 - Slide

7.1 Werkgevers- en werknemersorganisaties

Vakbonden: organisaties die opkomen voor de belangen
van werknemers.

Er zijn vakbonden voor elke bedrijfstak en beroepsgroep.
Bedrijfstak: bedrijven die ongeveer dezelfde werkzaamheden
uitvoeren.

Beroepsgroep: een groep personen met ongeveer hetzelfde beroep.
Alle vakbonden samen noemen we de vakbeweging.




Slide 15 - Slide

7.1 Werkgevers- en werknemersorganisaties

Er zijn drie grote vakcentrales in Nederland:

FNV
(Federatie Nederlandse Vakbeweging, 15 aangesloten
vakbonden, ruim 1 miljoen leden);
CNV
(Christelijk Nationaal Vakverbond, met 8 aangesloten vakbonden,
260.000 leden);
VCP
(Vakcentrale voor Professionals, met 50 aangesloten vakbonden, 270.000 leden).



Slide 16 - Slide

7.1 Werkgevers- en werknemersorganisaties


Vakcentrales en vakbonden werken op vier niveaus:

• Individuele hulp


• Steun op bedrijfsniveau

• Bedrijfstakniveau

• Landelijk niveau






Slide 17 - Slide

Zelfwerktijd 


  vmbo: pagina 66 - 70 
Vraag 01 - 08
      Ben je klaar? Werk dan verder.






timer
15:00
Les 7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Begrippen
Samenvatting
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Les 8:
16
17
18
19
20
21
22

Begrippen
Samenvatting

Slide 18 - Slide

7.1 Werkgevers- en werknemersorganisaties
De belangrijkste werkgeversorganisaties zijn:


UNETO-VNI
5000 (installatie)bedrijven, 120.000 werknemers

LTO-Nederland
(de Land- en Tuinbouworganisatie), vertegenwoordigt zo’n 50.000 boeren en tuinders.


Slide 19 - Slide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers



Werkgevers en werknemers hebben tegengestelde belangen en gemeenschappelijke belangen. 

  • Tegengestelde belangen: de werkdruk.
  • Gemeenschappelijke belangen: een succesvol bedrijf,
  • goede producten maken en een fijne werksfeer.


Slide 20 - Slide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Belangen van werknemers:


• werkgelegenheid
• goede arbeidsvoorwaarden
• goede arbeidsomstandigheden
• mogelijkheden om hogerop te komen
• medezeggenschap;
• een goede uitkering bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.






Slide 21 - Slide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers


Belangen van werkgevers:

• lage kosten
• weinig concurrentie
• ijverige en goed opgeleide werknemers
• zo min mogelijk regels van de overheid




Slide 22 - Slide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Werkgeversorganisaties en vakbonden onderhandelen met elkaar over cao’s: collectieve arbeidsovereenkomst, een standaardcontract met afspraken voor een hele bedrijfstak.

Cao’s moeten worden goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als hij de cao bindend verklaart, geldt de cao voor alle bedrijven in die bedrijfstak.



Slide 23 - Slide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Een cao-onderhandeling verloopt niet altijd eenvoudig. Vakbonden kunnen dan contact zoeken met de media of met politici.

Als er dan nog geen akkoord komt, heeft de vakbond nog
meer opties:
  • Stiptheidsacties houden
  • Naar de rechter stappen 
  • Staken

Maar uiteindelijk willen beide partijen altijd een akkoord sluiten.



Slide 24 - Slide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Slide 25 - Slide

Zelfwerktijd 


  vmbo: pagina 71 - 73
Vraag 09 - 15
      Ben je klaar? Werk dan verder.






timer
10:00
Les 7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Begrippen
Samenvatting
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Les 8:
16
17
18
19
20
21
22

Begrippen
Samenvatting

Slide 26 - Slide

Les 8. Verzorgingsstaat

Slide 27 - Slide

Zelfwerktijd 


  vmbo: pagina 88 - 89
Begrippen en samenvatting
      Ben je klaar? Werk dan verder.






timer
15:00
Les 7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Begrippen
Samenvatting
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Les 8:
16
17
18
19
20
21
22

Begrippen
Samenvatting

Slide 28 - Slide

8.1 Hoe is de verzorgingsstaat
ontstaan?

Een verzorgingsstaat is een staat waarin de overheid
verantwoordelijk is voor een minimumniveau van
bestaanszekerheid voor alle burgers.

Bestaanszekerheid: ten minste een huis,
gezondheidszorg, onderwijs en een inkomen.




De eerste sociale wetten:

• de Armenwet (1854)
• Het ‘Kinderwetje van Van Houten’ (1874)
• De Arbeidswet (1919)

Slide 29 - Slide

8.1 Hoe is de verzorgingsstaat 
ontstaan?



Rond 1960 was er sociale zekerheid voor
iedereen: bij ziekte, ouderdom,
arbeidsongeschiktheid en werkloosheid was er
recht op een inkomen.





Er waren ook andere maatregelen:

• kinderbijslag
• maatschappelijk werk
• huurtoeslag

Slide 30 - Slide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat 
eruit?


In een verzorgingsstaat zijn de taken van de overheid:

1. zorgen voor sociale zekerheid;
2. zorgen voor welzijnsvoorzieningen;
3. verkleinen verschillen tussen arm en rijk;
4. zorgen voor werkgelegenheid.




Slide 31 - Slide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat 
eruit?


Het belangrijkste onderdeel van de verzorgingsstaat
is het stelsel van sociale zekerheid.
Hierdoor heeft iedereen recht op een minimuminkomen
om van te leven.

Er zijn sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.


Slide 32 - Slide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat
eruit?

Sociale verzekeringen zijn verplichte
verzekeringen. Het zijn:

 

Werknemersverzekeringen
Je krijgt een uitkering bij werkloosheid,
ziekte of arbeidsongeschiktheid.



Volksverzekeringen
Je krijgt een uitkering:

  • als je 67 jaar wordt;
  • als je ouders of partner overlijden;
  • als je kinderen onder de 18 jaar hebt;
  • als je langdurige zorg nodig hebt.

Slide 33 - Slide

Zelfwerktijd 


  vmbo: pagina 76 - 81
Vraag 01 - 12
      Ben je klaar? Werk dan verder.






timer
20:00
Les 7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Begrippen
Samenvatting
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Les 8:
16
17
18
19
20
21
22

Begrippen
Samenvatting

Slide 34 - Slide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat 
eruit?

Sociale verzekeringen zijn verplichte verzekeringen. Het zijn:


Zorgverzekeringswet
  • Je bent verzekerd tegen alle gewone ziektekosten.
  • Een deel van de kosten betaal je wel zelf:
het eigen risico.

Slide 35 - Slide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat
eruit?

Sociale voorzieningen zijn geen verzekeringen.
Ze worden betaald uit de belastinginkomsten.

De belangrijkste sociale voorziening is de Participatiewet.
Via deze wet wordt de bijstand geregeld: het vangnet
onder het stelsel van de sociale zekerheid.

De bijstand is er voor mensen die geen andere inkomsten hebben.
Maar voor de bijstand geldt het sociaal bestaansminimum: het bedrag dat
je volgens de overheid minimaal nodig hebt om van te leven.



Slide 36 - Slide

8.3 Problemen van de verzorgingsstaat

Eind jaren negentig bleek dat de
verzorgingsstaat te duur werd. 
Dat kwam doordat:

  • (Te) veel mensen een uitkering kregen
  • (Te) veel mensen afhankelijk van een uitkering werden
  • Er misbruik van de uitkeringen werd gemaakt




Slide 37 - Slide

8.3 Problemen van de verzorgingsstaat


De overheid nam een aantal maatregelen
om de kosten van de sociale zekerheid te verlagen:

  • Verlagen van de uitkeringen (bezuinigen)
  • Meer controle op misbruik
  • Zorgen voor meer werkgelegenheid




Slide 38 - Slide

8.3 Problemen van de verzorgingsstaat


Wat vindt de politiek van de verzorgingsstaat?


De liberalen: burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid.

De sociaaldemocraten: de overheid moet kwetsbare mensen in de samenleving beschermen.

De christendemocraten: sociale partners en mensen onderling moeten afspraken maken, de overheid moet hierbij een aanvullende rol spelen.



Slide 39 - Slide

Zelfwerktijd 


  vmbo: pagina 82 - 87
Vraag 13 - 22
      Ben je klaar? Werk dan verder.






timer
10:00
Les 7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Begrippen
Samenvatting
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Les 8:
16
17
18
19
20
21
22

Begrippen
Samenvatting

Slide 40 - Slide

Terugblik:

Les 7. De sociale partners:
  • Wat werkgevers- en werknemersorganisaties zijn.
  • De belangen van werkgevers en werknemers zijn.
  • Wat cao's zijn.

Les 8. Verzorgingsstaat
  • Over de verzorgingsstaat.
  • Over sociale zekerheid.
  • Over sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
  • Over de problemen van de verzorgingsstaat

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 7. De sociale partners: pagina 66-75:
opdracht 1 - 15 +
begrippen en samenvatting. 

Les 8. Verzorgingsstaat: pagina 76 - 89:
opdracht 1 - 22 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 41 - Slide