Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:ik-vorm = altijd bij ik en je/jij achter de pv
ik-vorm + t = je/jij voor de pv en altijd bij hij, zij, het
persoonsvorm in de verleden tijd: 't ex kofschip -> ww - 'en' ->
ja = te/ten, nee = de/den