Formuleren 2.1 herhaling + 2.2

Planning
  • Inloggen + presentie
  • Instaptoets
  • Uitleg Form
  • Check
  • Opdrachten 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
  • Inloggen + presentie
  • Instaptoets
  • Uitleg Form
  • Check
  • Opdrachten 

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van incongruentie?

Slide 2 - Open question

Congruent of incongruent?
Waarom staan er een paar schoenen in de gang?
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 3 - Quiz

Congruent of incongruent:
Na de pauze beginnen het toneelstuk en de muziekvoorstelling.
A
congruent (goed)
B
incongruent (niet goed)

Slide 4 - Quiz

Congruent of incongruent?
Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Als iedereen morgen op tijd is, vertrekken we om 7 uur.
A
correctie inversie
B
foutieve inversie

Slide 14 - Quiz

Sinterklaas had acht bier en een mijter op.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking (getal)
C
Foutieve samentrekking (functiel)
D
Foutieve samentrekking (betekenis)

Slide 15 - Quiz

Vorige week was hij ziek en zijn we daarom nog niet klaar met de opdracht.
A
correcte inversie
B
foutieve inversie

Slide 16 - Quiz

Thomas kreeg een telefoon en een playstation cadeau.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking (getal)
C
Foutieve samentrekking (functie)
D
Foutieve samentrekking (betekenis)

Slide 17 - Quiz

Opdrachten
Maak opdracht 1 t/m 7 van Formuleren 2.2

Slide 18 - Slide