Herhalen les 2

Welkom allemaal!

Zoek een plekje

Pak alvast je boek,
schrift en etui
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!

Zoek een plekje

Pak alvast je boek,
schrift en etui

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Alles herhalen
Aan de slag!

Lesdoel:
Je hebt alle informatie van
voor de vakantie weer 
scherp

Slide 2 - Slide

Herhalen p1
Wat beïnvloedt je gezondheid:
-leefstijl: je gewoontes 
-omgeving: woonplaats/sociaal
-gezondheidszorg: ziekenhuis/arts
-(aangeboren) ziektes

Slide 3 - Slide

Herhalen p1
Genotsmiddelen: producten 
waardoor je je beter voelt
Verslavend (kan niet zonder):
-lichamelijk afhankelijk: 
  ontwenningsverschijnselen
-geestelijk afhankelijk: je voelt
  je niet prettig zonder
-sociaal afhankelijk: je mist het
  contact van toen je het gebruikte

Slide 4 - Slide

Herhalen p1






-Blowen=roken cannabis (hasj, wiet), versterkt emoties (positief en negatief)
-Stoned (verdovend) of high (stimulerend)
Soort drugs
Actie
Voorbeeld
Verdovend
Hersenen trager, minder pijn, angst
wiet, alcohol, heroïne, slaapmiddelen
Stimulerend
Hersenen sneller, actiever
nicotine, cocaïne, cafeïne, speed, xtc
Bewustzijnsveranderend
Hersenen anders
paddo's, lsd, wiet

Slide 5 - Slide

Herhalen p1
Roken (sigaretten/waterpijp/vapen):
-nicotine: verslavend, vernauwd bloedvaten
-koolstofmono-oxide (CO): bindt aan 
  hemoglobine en verstoot zuurstof
-teer: beschadigd slijmvlies
-COPD: chronische bronchitis (ontstoken
  bronchiën), longemfyseem (longblaasjes
  knappen) 
-longkanker

Slide 6 - Slide

Herhalen p1
Alcohol: verdovend
-1 glas afgebroken door lever
  per anderhalf uur
-aangeschoten-> dronken ->
  kater
-teveel: comazuipen/binge-
  drinking/alcoholvergiftiging

Slide 7 - Slide

Herhalen p2
Je lichaam moet constant 
blijven
-stoffen opnemen door 
  darmen
-uitscheiden door 
  uitscheidingsorganen

Slide 8 - Slide

Herhalen p2
Constant blijven door regelkringen
-meten door zintuigen
-vergelijking met norm in 
  de hersenen
-bijstellen via hormonen en
  zenuwstelsel
-reactie door organen

Slide 9 - Slide

Herhalen p2
Glucoseniveau constant door hormonen
uit eilandjes van Langerhans in alvleesklier:
-insuline als glucose te hoog 
  -glucose wordt opgeslagen als glycogeen
-glucagon als glucose te laag
  -glycogeen wordt teruggebouwd naar 
    glucose voor verbranding
-gaat dit fout? diabetes (type 1: aangeboren,
  type 2: leefstijl)

Slide 10 - Slide

Herhalen p2
Lever
-opbouw en omzetten van 
  aminozuren en cholesterol
-afbraak van aminozuren naar 
  ureum en van gifstoffen
-afvoeren van bilirubine (versleten 
  rode bloedcellen) uit de milt via gal
-opslaan van glycogeen en ijzer

Slide 11 - Slide

Herhalen p2
Nieren filteren afvalstoffen uit bloed:
-giftige stoffen, afbraakproducten,
  ureum, zouten, vitaminen, 
  overbodige stoffen
-filteren gebeurt in de nefronen
-processen die je moet kennen:
  filtreren, osmose en resorberen 

Slide 12 - Slide

Herhalen p2
Filtreren
-bloed met opgelost stoffen
  komt aan in de kluwen haarvaten
-bloeddruk duwt alles behalve de
  rode bloedcellen en eiwitten in
  de nefron
-bloedplasma met water, zouten,
  glucose en afvalstoffen zit nu in
  de nefron = voorurine

Slide 13 - Slide

Herhalen p2
Resorptie
-in het nierkanaal zit nu alles, 
  ook de stoffen die je wel wil
-stoffen die je wel wil, gaan 
  weer terug naar het bloed
-stoffen die je niet wil, blijven
  in het nierkanaal

Slide 14 - Slide

Herhalen p2
Osmose (water volgt waar veel opgeloste stoffen zijn):
-het nierkanaal heeft een bepaalde concentratie 
  opgeloste stoffen net als de haarvaten om het 
  nierkanaal heen
-deze concentratie moet gelijk zijn maar je wil 
  wel alle stoffen houden in het bloed, je moet 
  dus ook water schuiven
-water schuift naar de plek met veel opgeloste 
  stoffen om de concentratie gelijk te trekken

Slide 15 - Slide

Herhalen p3
De huid heeft meerder lagen:
-opperhuid: hoornlaag die beschermt
 en kiemlaag die nieuwe cellen maakt
-lederhuid: laag met klieren, spieren,
  zintuigen, haarzakjes en poriën
-onderhuids bindweefsel: laag met
  zenuwen, vet en bloedvaten

talg is een vetachtige stof die de huid soepel houdt

Slide 16 - Slide

Herhalen p3
Functie 1 huid:
-temperatuur houden
  -temp. te laag: hypothalamus stuurt 
    signaal om poriën te sluiten, bloedvaten 
    te vernauwen en te gaan rillen
      -isolatie door vet en kippenvel
  -temp. te hoog: hypothalamus stuurt
    signaal om poriën te openen, bloedvaten
    te verwijden en te gaan zweten

Slide 17 - Slide

Herhalen p3
Functie 2 huid:
-beschermen tegen vuil
-probleem bij wondje dus bloedstolling:
  -bloedvat vernauwt
  -prop van bloedplaatjes
  -bloedplaatjes openen met fibrinogeen
  -fibrinogeen maakt fibrinedraden die
    alles samenklonteren en vormt korstje

Slide 18 - Slide

Herhalen p3
Huid functie 3:
-beschermen tegen de zon
  -kiemlaag maakt pigment na
    beschadiging door uv
  -teveel zon: huid kan niet genoeg 
    pigment maken -> kiemlaag aangetast 
    -> cel deelt te snel -> gezwel/tumor -> 
    breekt af en gaat naar andere organen 
    via bloed -> uitzaaiing

Slide 19 - Slide

Herhalen p4
Ziekteverwekkers zijn vaak
micro-organismen:
-schimmels: gifstoffen
-bacteriën: gifstoffen
-virussen: dringen cellen binnen
  en maken ze kapot
Besmetting/infectie: ziekteverwekkers
zitten in je lichaam; verkoudheid: 
slijmvliezen, griep: hele lichaam

Slide 20 - Slide

Herhalen p4
Ziekteverloop:
-besmetting: ziekteverwekker 
  komt binnen
-incubatie: tijd totdat je ziek wordt
-symptomen: ziekteverschijnselen
-diagnose: welke ziekte heb je
-prognose: hoe ziet de komende 
  tijd eruit in ziekte en herstel
-genezen

Slide 21 - Slide

Herhalen p4
Witte bloedcellen vechten 
tegen ziekteverwekkers:
-algemene afweer:
  -vreetcellen eten 
    ziekteverwekkers op en
    gaan daarna dood ->
    pus/etter

Slide 22 - Slide

Herhalen p4
Specifieke afweer:
-elk organisme heeft zijn eigen 
  antigenen (herkenningspunten)
-je lichaam ziet lichaamsvreemde antigenen
-antistofcellen maken specifieke antistoffen
-antistoffen binden ziekteverwekkers aan 
  elkaar en zetten ze uit
-vreetcellen eten ziekteverwekkers
-lichaam maakt geheugencellen

Slide 23 - Slide

Herhalen p4
Koorts:
-witte bloedcellen maken stoffen die 
  de hypothalamus in de war brengen
-hypothalamus blijft de temperatuur 
  verhogen tot boven 38 graden
-bloed sneller, afvoer afvalstoffen sneller, 
  ziekteverwekkers sneller dood, maar ook 
  enzymen gaan kapot

Slide 24 - Slide

Herhalen p4
Immunisatie (je wordt niet meer ziek 
omdat je lichaam antistofgeheugen 
maakt of antistoffen krijgt):
-Actief natuurlijk: een ziekte doorgaan 
  (antigenen)
-Actief kunstmatig: vaccinatie (antigenen)
-Passief natuurlijk: borstvoeding met antistoffen (tijdelijk immuun)
-Passief kunstmatig: seruminjectie met antistoffen (tijdelijk immuun)

Slide 25 - Slide

Uitleg 9.5
Soms wil je juist geen afweer
-orgaantransplantatie
-Lichaam vindt deze organen 
  "vreemd" en probeert ze af 
  te breken -> orgaanafstoting
-Orgaan dat zo goed mogelijk
  past en afweerremmers

Slide 26 - Slide

Aan de slag!

Samenvatting maken in het 
boek of op de laptop test jezelf

Vragen? Ik loop langs
Klaar? Opdrachten nakijken
of herhalen

Slide 27 - Slide