Wereldhandel

Wereldhandel
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wereldhandel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afzet en omz
Stel, je bent een VOC-vaarder, die met een volgeladen schip terug komt uit Azië.....

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wanneer je in Amsterdam aankomt staan de handelaren al op de kade te wachten, klaar om hun wagens vol te laden met de goederen die jij uit Azië mee gebracht hebt.
Je begint al te rekenen.... hiervoor heb je het gedaan!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je lading bestaat uit 2000 zakken peper. Jan wil 400 zakken kopen, Piet 800 en Kees ook nog eens 200. Wat is je afzet?
Laat de berekening zien!

Slide 4 - Open question

400 + 800 + 200 = 1400 zakken
Als ik de afzet weet, kan ik ook mijn omzet berekenen. Hoe doe ik dat?
A
de gehele lading x de inkoopprijs
B
de afzet x de inkoopprijs
C
de gehele lading x de verkoopprijs
D
de afzet x de verkoopprijs

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet nu bijna hoeveel geld er binnen gaat komen bij mijn aankomst in Amsterdam.
Ik vraag voor iedere zak peper 5 gulden. Wat is mijn omzet?
Laat de berekening zien!

Slide 6 - Open question

1400 x 5 = 7000 gulden
Je hebt de omzet berekend:
(1400 zakken x 5 gulden = 7000 gulden)
Je hebt deze zakken voor 1 gulden per zak gekocht.
Wat is je brutowinst?

Slide 7 - Open question

7000 - 1400 = 5600 gulden
Deze winst had je hard nodig, want de reis heeft je al veel geld gekost... Hoe noem je de kosten die je gemaakt hebt om je handel in Nederland te krijgen?
A
Handelskosten
B
Bedrijfskosten
C
Personeelskosten
D
Reiskosten

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De bedrijfskosten heb je berekend op 2 gulden per zak peper. Als je afzet bestaat uit 1400 zakken, wat zijn dan de bedrijfskosten over deze zakken?
Laat je berekening zien.

Slide 9 - Open question

1400 x 2 = 2800 gulden
Nu je de brutowinst weet, weet je bijna of deze reis je genoeg opgeleverd heeft.
Bereken met behulp van de brutowinst en de bedrijfskosten de nettowinst.

Slide 10 - Open question

5600 - 2800 = 2800 gulden
Samenvatting
  • Afzet is het aantal producten dat je verkoopt
  • Omzet is hoeveel geld deze afzet je oplevert.
  • Omdat je voor de producten zelf ook een inkoopprijs hebt moeten betalen is je omzet niet je volledige winst. De omzet - de inkoopwaarde geeft je de brutowinst.
  • Behalve dat je de producten hebt moeten kopen, heb je ook nog andere kosten gemaakt. Dit zijn de bedrijfskosten. Als je wilt weten wat je nu écht aan je reis over hebt gehouden neem je de brutowinst, waar je de bedrijfskosten af haalt. Je houdt dan de nettowinst over.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions