K2 Simple v Continuous RECAP

Welcome ZK2A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome ZK2A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Slide

PTO 2 - Week 2 - les 1
Today's mission:
  • Past simple Revision
  • Irregular verbs

Slide 2 - Slide

Reading 23 - page 91 = homework

Slide 3 - Slide

Proefwerk 2
PO: Speaking (vlog)

Slide 4 - Slide

Proefwerk 2
NUMO: 3 uur
(half uur per week)

Slide 5 - Slide

Past Simple = verleden tijd
Iets is in het verleden gebeurd 
en is afgelopen.

Slide 6 - Slide

Hoe?
Regelmatige werkwoorden = ww + ed 
voorbeeld: walk = walked

Onregelmatige ww = 2e rij in de lijst
voorbeeld: go = went
Hoe maak je de Past Simple?

Slide 7 - Slide

Belangrijke woorden
In de zin staan woorden als:
yesterday, last night, two days ago, in 2017, 
the day before yesterday, last week, last month,
30 minutes ago, etc. 
Belangrijk:

In de zin staan meestal woorden als:
yesterday, last night, two days ago, in 2017, the day before yesterday, last week, last month, 30 minutes ago, etc. 

Slide 8 - Slide

I ___________(to walk) to school yesterday.
A
walk
B
walkt
C
walks
D
walked

Slide 9 - Quiz

He ______ (to go) to Italy last year.
A
goed
B
go
C
went
D
goes

Slide 10 - Quiz

Past Simple

Maak nu zelf de past simple van de werkwoorden tussen haakjes. 

Slide 11 - Slide

He … the sandwich when he was hungry (to eat)


Slide 12 - Open question

The teacher … the answers on the blackboard. (write)

Slide 13 - Open question

Er zijn twee manieren (twee 'regels') waarop je questions in de past simple kan maken.
Welke twee manieren zijn dit? Leg uit!

Slide 14 - Open question

Grammar 2B: negations in the past simple
Regel nummer 1:

Bij was/were en alle hulpwerkwoorden (zoals can en could) wissel je onderwerp en persoonsvorm om.  

He was ill for a week.
Was he ill for a week?

Slide 15 - Slide

Grammar 2B: negations in the past simple

Regel nummer 2: 

Bij alle andere werkwoorden zet je did voor het onderwerp en schrijf je daarna het HELE WERKWOORD op. 

I carried that box for you yesterday.
Did I carry that box for you yesterday?

Slide 16 - Slide

Past Simple bevestigend


Past Simple bevestigend
Past Simple questions
Did + subject + infinitive
Did + onderwerp + hele werkwoord (1e vorm)

I played. ---> Did I play?

They worked. ---> Did they work?

We went. ---> Did we go?

Let op: She was hungry. ---> Was she hungry?

Slide 17 - Slide

Grammar 2B: negations in the past simple

oefenen

Let op: bij de volgende dia's moet je vragen in de past simple maken met de woorden die er staan. 

Bedenk eerst je eigen antwoord en kies dan de juiste zin!



Slide 18 - Slide

(Josh / to do) his homework?
A
Did Josh his homework?
B
Did Josh do his homework?
C
Has Josh done his homework?
D
Did Josh did his homework?

Slide 19 - Quiz

Make a question:
He was ill yesterday.

Slide 20 - Open question

Make a question:
The dog lost its ball.

Slide 21 - Open question

Er zijn twee manieren (twee 'regels') waarop je de negations in de past simple kan maken.
Welke twee manieren zijn dit? Leg uit!

Slide 22 - Open question

Grammar 2B: negations in the past simple
Regel nummer 1:

Bij was/were en alle hulpwerkwoorden plak je 'not' achter het werkwoord

I was alone in the theatre.
I was not (wasn't) alone in the theatre.

Slide 23 - Slide

Grammar 2B: negations in the past simple

Regel nummer 2: 

Bij alle andere werkwoorden zet je didn't voor het hoofdwerkwoord. 
LET OP!! Wanneer je didn't voor het hoofdwerkwoord zet, moet het hoofdwerkwoord het HELE WERKWOORD worden.


I knew about them.
I didn't KNOW about them.

Slide 24 - Slide

Past Simple bevestigend


Past Simple bevestigend
Past Simple negations
Subject + did not (didn't) + infinitive
Onderwerp + didn't + hele werkwoord (1e vorm)

I played. ---> I didn't play.

They worked. ---> They didn't work.

She swam. ---> She didn't swim.

Let op: We were angry. ---> We weren't angry.

Slide 25 - Slide

Grammar 2B: negations in the past simple

oefenen

Let op: bij de volgende dia's moet je ontkenningen in de past simple maken met de woorden die er staan. 

Bedenk eerst je eigen antwoord en kies dan de juiste zin!


Slide 26 - Slide

Jacob (not - to call) his mum.
A
Jacob not called his mum.
B
Jacob didn't called his mum.
C
Jacob didn't call his mum.
D
Jacob doesn't call his mum.

Slide 27 - Quiz

Make a negation:
We were on holiday last week.

Slide 28 - Open question

Make a negation:
I spoke to my mother.

Slide 29 - Open question

Do you understand the Past Simple?

Slide 30 - Slide

Grammar 2B: negations in the past simple

new list of irregular verbs


Slide 31 - Slide

Homework

Slide 32 - Slide

PTO 2 - Week 2 - les 2
Today's mission:
  • You can understand the past continuous.

Slide 33 - Slide

Writing & Grammar 34a/c - page 96

Slide 34 - Slide

Writing & Grammar 35a - page 96

Slide 35 - Slide

Past Continuous
De Past Continuous gebruik je voor activiteiten die in het verleden hebben plaatsgevonden en die langere tijd hebben geduurd. 

Slide 36 - Slide

Past Continuous
use: was/were and verb + ing
  • I was playing
  • You were singing
  • He was dancing
  • We were shouting
  • You were discussing
  • They were eating

Slide 37 - Slide

Writing & Grammar 35c - page 97

Slide 38 - Slide

Writing & Grammar 35d- page 97

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Quizizz 


Slide 41 - Slide

Can you use the past continuous? 

Slide 42 - Slide

Homework

Do:


Study: 
Grammar 3A, page 97/121
Grammar 3B, page 98/121
Irregular verbs

Slide 43 - Slide