Havo 4 argumentatiestructuren

H4 argumenteren 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 argumenteren 

Slide 1 - Slide

Test je kennis

Slide 2 - Slide

Feitelijk of waarderend?
Mobieltjes in de klas moeten verboden worden. Ze zijn irritant.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 3 - Quiz

Feitelijk of waarderend?
In een luxe restaurant hoor je altijd met een goed dessert af te sluiten.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 4 - Quiz

Feitelijk of waarderend?
De meeste schoolliefdes lopen op niets uit.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 5 - Quiz

DUS:
Feitelijk: controleerbaar, je kunt hierover niet van mening verschillen

Waarderend: subjectief, je kunt erover discussiëren

Slide 6 - Slide

Welke structuur?

Slide 7 - Slide

Welke structuur?

Slide 8 - Slide

Welke structuur?

Slide 9 - Slide

Welke structuur?

Slide 10 - Slide

Onafhankelijke argumenten

Slide 11 - Slide

Afhankelijke argumenten

Slide 12 - Slide

Ik kom vanavond niet bij jullie eten, want ik ben vegetariër en jullie eten gehakt.
A
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
B
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 13 - Quiz

Zij moet opvolger worden van onze coach. Ze heeft namelijk al veel ervaring. Ook willen we graag een vrouwelijke coach.
A
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
B
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 14 - Quiz

Je moet minder patat en frikandellen eten. Dit kost je namelijk veel geld in de week en je komt vaak al niet uit met je zakgeld.
A
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
B
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 15 - Quiz

Maken, blz. 197-201
(Opdracht 1, als extra oefening)
Opdracht 2
Opdracht 4
Opdracht 5
Klaar? Isabelle lezen (h6 en 7) of huiswerk maken.

Slide 16 - Slide

Niemand houdt in de gaten of ze gamen of in bed liggen.
Het is fijn dat ze weer vrienden ontmoeten.
Leerlingen worden thuis te veel afgeleid.
Het is goed dat de leerlingen weer naar school mogen.
Standpunt
A 1
A 2
A 1.1

Slide 17 - Drag question

Let op!
Naar beneden kun je altijd het woordje 'want' ertussen zetten of denken.

Naar boven kun je altijd het woordje 'dus' ertussen zetten of denken.

Slide 18 - Slide

Weerlegging
Tegenargument
Ontkracht het standpunt
Ontkracht het argument

Slide 19 - Drag question

Standpunt --> want --> argument
Ik ga niet op uitwisseling, want ik vind het te spannend in een gastgezin.
Argument --> dus --> standpunt
Ik vind het te spannend in een gastgezin, dus ik ga niet op uitwisseling.


Slide 20 - Slide

Wat zijn drogredenen?

Slide 21 - Open question

Drogredenen
Samengevat: drogredenen zijn foutieve argumenten.
Er zijn 12 drogredenen die je moet kennen.
De lastigste zijn vaak:
- Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
- Het vertekenen van het standpunt
- Cirkelredenering

Slide 22 - Slide

Welke drogreden vind je in deze redenering?

Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 23 - Quiz

Welke drogreden vind je in deze redenering?

Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 24 - Quiz

Welke drogreden vind je in deze redenering?

Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Bespelen van het publiek
D
Persoonlijke aanval

Slide 25 - Quiz

Welke drogreden vind je in de volgende argumentatie?

Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.
A
Vals dilemma
B
Overhaaste generalisatie
C
Verkeerde vergelijking
D
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 26 - Quiz

Hoe tevreden ben je over de kennis die je nu hebt over argumenteren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Week 9
Afronden nakijken opdrachten afgelopen weken, alle antwoorden vind je in Magister. 

Bekijk met name de opdrachten die niet goed gingen, waarom gingen deze niet goed? Pas wanneer je dat weet leer je iets van de opdrachten.


Eventuele vragen noteren en stellen via averwijs@hetccc.nl of bewaren voor de eerstvolgende les.

Slide 28 - Slide