Leerdoelen
1. Het benoemen van de essentie van interne organisatie.
2. Het belang van functiescheiding binnen een organisatie verklaren.
3. De verschillende varianten van werkstructurering beschrijven.
4. Beschrijven waar het omspanningsvermogen van een leidinggevende van afhangt.
5. Aangeven hoe het omspanningsvermogen van een leidinggevende vergroot kan worden.
6. De samenhang tussen spanwijdte en platte of steile organisatiestructuur verklaren.
7. De voordelen en nadelen van de lijnorganisatie, de lijn- en staforganisatie, de functionele organisatie
en de projectorganisatie benoemen.
8. Een organigram van een organisatie tekenen.
9. De voordelen en nadelen van een F-indeling, een P-indeling, een G-indeling en een M-indeling
benoemen.