This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Begintaak
Lees het artikel
(5 minuten)
Slide 1 - Slide
Had ik nu gelijk de vorige les?
Ja, u heeft altijd gelijk
Oeps, nee dus
Hangt er vanaff
Waar gaat dit over?
Slide 2 - Poll
Is het dus goed of slecht dat er meer managers zijn?
Slide 3 - Slide
Opbouw les
Terugblik
Organisatietheorie
Aan de slag met een organo/organigram
Slide 4 - Slide
Spanwijdte > omspanningsvermogen
Spanwijdte < omspanningsvermogen
Slide 5 - Drag question
Grootste spandiepte
A
3
B
4
C
7
Slide 6 - Quiz
accounting, sales, personeelszaken.. zijn
A
staf-afdelingen
B
ondersteunende afdelingen
C
leidinggevenden
D
lijn-afdelingen
Slide 7 - Quiz
Huiswerk
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De structuur van een organisatie
Slide 11 - Slide
Functies
In veel bedrijven worden verschillende taken opgedeeld in functies
Voordeel: de verschillende functies kunnen zich specialiseren
Nadeel: de individuele afdelingen gaan zich te veel focussen op hun eigen afdeling en niet op de gehele organisatie
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Ben Tiggelaar heeft het hier over organisatiestructuur
Grofweg 2 types: lijnorganisatie en lijn- en staforganisatie
Slide 14 - Slide
Lijn-en staforganisatie komt in de praktijk vaak voor!
Slide 15 - Slide
Leg uit waarom een bedrijf voor een lijn- en staforganisatie kiest en niet voor een lijnorganisatie
Slide 16 - Open question
Lijn en lijn-staf organisatie
Een lijnorganisatie is opgebouwd uit niveaus, van topmanager tot uitvoerder op de werkvloer. Een lijn-staforganisatie heeft daarnaast echter nog stafafdelingen.
Die stafafdelingen kunnen zich specialiseren in hun expertise (IT, HR etc.) en deze expertise toepassen voor meerdere afdelingen (schaalvoordelen!)
Slide 17 - Slide
Spanwijdte en omspanningsvermogen zijn idealiter zoveel mogelijk gelijk aan elkaar!
Slide 18 - Slide
Als de spanwijdte groter is dan het omspanningsvermogen, dan...
A
Heeft de manager veel tijd over.
B
Heeft de manager de gelegenheid zijn ondergeschikten beter begeleiden.
C
Kan de manager eigenlijk niet effectief leiding geven.
D
Kan de manager zich met veel details bemoeien.
Slide 19 - Quiz
Noem alle vormen van horizontale taakverdeling in bovenstaande organogram.
A
Functie en geografie
B
Doelgroep, functie, geografie
C
Geografie, functie en product
D
Doelgroep, functie, product
Slide 20 - Quiz
Organogram
Jullie zitten nu al minimaal 4,5 jaar op school. Dus dan zou je moeten weten hoe de school als organisatie er uitziet. Maak in 2-tallen een organogram van de school. Eén tweetal wordt uitverkoren om het organogram te presenteren.