Grammatica GT3

Vandaag weet je:
1. Het verschil tussen woordsoorten en zinsdelen;
2. Hoe je een voegwoord kan herkennen en kan gebruiken;
3. Hoe voegwoorden worden gebruikt in samengestelde zinnen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag weet je:
1. Het verschil tussen woordsoorten en zinsdelen;
2. Hoe je een voegwoord kan herkennen en kan gebruiken;
3. Hoe voegwoorden worden gebruikt in samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Zinsdelen
Woordsoorten

Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook alweer?

Slide 4 - Slide

Een samengestelde zin kan je herkennen aan:
A
Dat er meer dan 1 persoonsvorm in staat
B
Dat er meer dan 1 onderwerp in staat
C
Dat de zinnen vaak heel lang zijn
D
Dat de zinsdelen vaak heel lang zijn

Slide 5 - Quiz

Persoonsvormen en onderwerpen zijn:
A
Zinsdelen
B
Woordsoorten

Slide 6 - Quiz

Bijvoorbeeld:
Persoonsvorm
Typ zinsdelen in
die je kent

Slide 7 - Mind map

Huiswerk vorige keer:
Opdracht 1, 2, 3
Welke woordsoorten kwamen erin voor?

Slide 8 - Slide

Bijvoorbeeld:
werkwoord
Typ woordsoorten in
die je kent

Slide 9 - Mind map

1. Dave heeft                   een afspraak met de tandarts gemaakt

2. Sommige mensen bezochten de expositie over Rembrandt twee keer
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Telwoord
Voorzetsel
Bijwoord
meteen
met
gemaakt
Sommige
expositie

Slide 10 - Drag question

Hoe verbinden we samengestelde zinnen?

Slide 11 - Slide

Het voegwoord
Twee zinnen aan elkaar verbinden.

Aznar had Tim uitgenodigd voor zijn verjaardag, maar hij kon niet komen.

Slide 12 - Slide