3.3

Hoofdstuk 3
Krachten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Krachten

Slide 1 - Slide

SE-1
Gepland op donderdag 17 okt

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Bespreken huiswerk 4 & 6
Leerdoelen 3.3 doornemen
Uitleg 3.3 & aantekeningen maken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kunt:
  • drie situaties beschrijven waarin de zwaartekracht en een andere kracht elkaar in evenwicht houden.
  • uitleggen op welke manier de andere kracht in deze evenwichtssituaties ontstaat.
  •  de nettokracht berekenen die op een voorwerp werkt (in situaties waarbij alle krachten langs dezelfde lijn werken).

Slide 4 - Slide

Twee krachten in evenwicht
Beide krachten zijn even groot en tegenovergesteld en liggen in dezelfde lijn

Er is een evenwicht
Er gebeurt niets: de zak hangt stil


Slide 5 - Slide

Uitrekken en indrukken
Normaalkracht: vormt een evenwicht met de zwaartekracht als voorwerpen ergens opstaan 

  • Voorkomt dat het voorwerp door zijn ondergrond naar beneden valt
Spankracht, veerkracht en normaalkracht ontstaan als een voorwerp wordt ingedrukt of uitgerekt

Slide 6 - Slide

Vector (herhaling §3.1)
Een vector heeft grootte, 
richting en een aangrijpingspunt.


We tekenen een vector met een pijl:
  • De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
  • De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan.
  • De beginpunt van de pijl is de aangrijpingspunt.

    Slide 7 - Slide

    Krachten in dezelfde beweegrichting...
    worden bij elkaar geteld.

    Slide 8 - Slide

    Krachten in tegenovergestelde richtingen.
    worden van elkaar afgehaald.
    Krachten
    Resultante kracht (netto)

    Slide 9 - Slide

    Nettokracht
    Een kracht is een vectorgrootheid.
    Bij kracht is de richting belangrijk.
    Het resultaat van deze krachten heet nettokracht.

    Slide 10 - Slide

    Nettokracht
    Nettokracht is de optelsom van alle krachten samen
    Bij evenwicht: nettokracht = 0 N
    De beweging van een voorwerp verandert niet

    Slide 11 - Slide

    Nettokracht

    De nettokracht is de kracht van verschillende krachten samen.
     




    =
    _
    spierkracht 100N
    weerstandskracht 100N
    somkracht 0N

    Slide 12 - Slide

    Rekenvoorbeeld
    F1 = 15 N en F2 = 25 N
    Bereken de nettokracht van de doos. Hoe zal de doos bewegen?

    Slide 13 - Slide

    Jan is aan het fietsen en produceert een spierkracht van 360 N.
    De luchtweerstand is 330 N
    Wat gebeurt er met zijn snelheid?
    A
    Die is constant
    B
    Er is vertragen
    C
    Er is versnelling
    D
    Hij remt

    Slide 14 - Quiz

    1 hokje ≙ 100 N. Hoe groot is de somkracht?
    l
    A
    100 N
    B
    200 N
    C
    300 N
    D
    -100 N

    Slide 15 - Quiz

    Aan de slag
    H3.3 Opgave: 2, 5, 6a t/m c, 8 & 9

    Check jezelf met de test jezelf!

    Slide 16 - Slide