Spierkracht 2

Trainingsleer Periode 4
Spierkracht
1 / 25
next
Slide 1: Slide
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Trainingsleer Periode 4
Spierkracht

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Stel jezelf de volgende vragen
Snap ik de volgende begrippen?
  • neuromusculair systeem
  • fysiologische doorsnede
  • intramusculaire coördinatie
  • rekrutering
  • intermusculaire coördinatie
  • hypertrofie
  • adaptatie
  • motorunits / motorische eenheden
  • actiepotentiaal

Slide 3 - Slide

Wat is een logische volgorde?
Intramusculaire coordinatie
Intermusculaire coordinatie
Hypertrofie

Slide 4 - Drag question

Leg uit wat er bedoelt wordt met: de fysiologische dwarsdoorsnede van de musculatuur:

Slide 5 - Open question

Fysiologische dwarsdoorsnede

Slide 6 - Slide

Welke spieren zijn meest geschikt voor het leveren van kracht?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

Kracht (training)
Krachttraining leidt tot extra spiermassa (hypertrofie), schaadt de coördinatie (techniek), veroorzaakt hogere spiertonus (afname lenigheid)
  → Geen krachttraining waar technische uitvoering belangrijk is, alleen voor typische krachtsporters.

De laatste jaren:
Krachttraining, mits gekoppeld aan techniektraining, leidt tot betere prestaties en betere bescherming tegen blessures door sterkere romp en gewrichtsstructuur.
→ Krachttraining speelt weer grotere (zelfs zeer grote) rol in totale trainingsprogramma van nagenoeg alle soorten sport
.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is effect op het lichaam van deze sporter bij het maken van 50 push-ups?
A
Verbetering intramusculaire coördinatie
B
Verbetering intermusculaire coördinatie
C
Hypertrofie slow-twitch spiervezels
D
Hypertrofie fast-twitch spiervezels

Slide 10 - Quiz

Motorische eenheid

Slide 11 - Slide

Wat is een motorische eenheid?
Een groep spiervezels die door één axon wordt bediend heet een motorische eenheid (motor unit). De grootte van een motorische eenheid varieert tussen 1 en 100 spiervezels. 

Slide 12 - Slide

aansturing 
des te minder spiervezels aan één motorische eenheid, des te preciezer de beweging die je kunt maken

spierspanning - een aantal motorische eenheden zijn altijd gespannen, hierdoor blijf je in evenwicht/ gaat je gezicht niet hangen


Slide 13 - Slide

Actiepotentiaal

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Veel signalen:
Grote motorunits
Weinig signalen:
Kleine motorunits

Slide 16 - Slide

Welke spier heeft de grootste motorische eenheden
A
Latissimus dorsi
B
Tibialis anterior
C
M. obliquus externus
D
M. Biceps brachii

Slide 17 - Quiz

aansturing 
axon v/e motorische neuron prikkelt de motorische eindplaat van een spier (contactpunt)

hierdoor worden de spiervezels geprikkeld om samen te trekken (actine en myosine schuiven in elkaar)

alles of niets (te weinig impulsen = geen contractie)


Slide 18 - Slide

Welke spieren hebben relatief de meeste motorneuronen in de hersenen?
A
Bovenarmspieren
B
Bilspieren
C
Buikspieren
D
Onderarmspieren

Slide 19 - Quiz

Opdracht 1
In groepjes:
Zoek het volgende op:
Welke typen krachttraining zorgt voor:

  1. verbetering intramusculaire coördinatie (rekrutering)
  2. hypertrofie Type 1 vezels
  3. hypertrofie Type 2 vezels

Geef aan:
1. Naam van de training
2. Trainingsprikkels (omvang, duur, intensiteit en pauze


Slide 20 - Slide

Opdracht 2
In groepjes:

Bedenkt voor iedere term een MC-vraag.

Deze stel je later aan de volledige klas:

neuromusculair systeem
fysiologische doorsnede
intramusculaire coördinatie
rekrutering
intermusculaire coördinatie
hypertrofie
adaptatie
motorunits / motorische eenheden
actiepotentiaal


Slide 21 - Slide

Opdracht 3
Individueel 

Zoek het volgende op:
Artikel over krachttraining op internet:

Met als onderwerp: effecten van krachttraining

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Welke termen begrijp ik?
  • neuromusculair systeem
  • fysiologische doorsnede
  • intramusculaire coördinatie
  • rekrutering
  • intermusculaire coördinatie
  • hypertrofie
  • adaptatie
  • motorunits / motorische eenheden
  • actiepotentiaal

Slide 24 - Slide

Hoeveel termen heb je begrepen?
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 25 - Poll