4. Kunst Drama Theorie: herhalen begrippen + examenvragen Buutvrij

Welkom M4
KUNST DRAMA 2024-2025
Les 4
Herhalen begrippen
Examenvragen Buutvrij (korte film)

Pak je laptop + telefoon in je tas
Telefoon zichtbaar buiten opdracht = verwijdering + inleveren bij balie

1 / 50
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom M4
KUNST DRAMA 2024-2025
Les 4
Herhalen begrippen
Examenvragen Buutvrij (korte film)

Pak je laptop + telefoon in je tas
Telefoon zichtbaar buiten opdracht = verwijdering + inleveren bij balie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Lesprogramma

  • Start: maakopdracht film (20 minuten)
  • Uitleg (basis)begrippen (15 min)
  • Maken examenvragen FILM (individueel of klassikaal) (30-35 minuten)
  • Bespreken examenvragen Buutvrij (10-15 min)

Herhalen begrippen: theatervormgevingsmiddelen, theatrale middelen, functies, speltechniek schakelen, hoge en lage status



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Ik weet hoe je een examenvraag aanpakt
  • Ik weet wat de basisbegrippen zijn en kan deze benoemen in een nieuw voorbeeld
  • Ik kan de begrippen film toepassen in een maakopdracht

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Noem begrippen die je nog weet over film

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

STARTOPDRACHT: HH BEGRIPPEN
Scene maken vanuit film

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Maakopdracht
> Speel een scene van jouw favoriete film/serie na in foto's.
> Maak de scene spannend met het volgen van een spanningsboog.
> Fotografeer / film (een deel van) de scene in het lokaal met je telefoon
> Stuur deze op via Teams
 
> Let bij het maken op de volgende begrippen: spanningsboog, camerastandpunten, cameraperspectieven, slow motion, cliffhanger
timer
15:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Presentatie scene vanuit film
Wat heb je gemaakt?
Waar heb je op gelet?

Waar en hoe zie je:
 Camerastandpunten, cameraperspectieven, slow motion, flashback, flashforward, cliffhanger, spanningsboog

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ZELF KIEZEN 
1. Leren en herhalen begrippen examentraining + start examenvragen korte film Buutvrij (zie opdrachtenblad) - INDIVIDUEEL
2. Uitleg en oefenen begrippen adhv examenvragen Buutvrij - UITLEG DOCENT

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Herhalen begrippen
- theatrale middelen 
- theatervormgevingsmiddelen
- functies
- schakelen
- status
- dialoog
- verbale en non verbale expressie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Theatrale middelen
Spelgegevens



7 vormgevingsmiddelen




Mise-en-scene
- 5 W's

- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- audiovisueel
- plaatsing op 
toneel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Mise-en-scène
Betekent "Plaatsing op toneel".
Dus: waar staan de acteurs ten opzichte van elkaar en het decor/attributen. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat waren de theater vormgevingsmiddelen ook alweer?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Waarom theater?
Er zijn 3 functies van theater in de maatschappij:

  1. AMUSEREN: het raken van het publiek, zodat het geamuseerd wordt (bijv. een komisch toneelstuk)
  2. INFORMEREN/LEREN: bijv. educatief kindertheater over klimaatverandering
  3. OVERTUIGEN: bijv. maatschappij- kritisch cabaret

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verbale 
expressie met stem:
  • accent
  • klemtoon (nadruk)
  • pauzering
  • tempo
  • toonhoogte
  • volume
  • woordkeuze
Non-verbale expressie met het gebruik van het lichaam:
  • Mimiek
  • Gebaren
  • Bewegingen
  • Lichaamshouding
  • Handeling

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Non-verbale expressie: houding
Bij het beschrijven van de houding zeg je alleen wat je ziet, zonder dit te interpreteren.
Bijvoorbeeld: De vrouw zit rechtop in de stoel, terwijl de man rechtop staat en schuin in de camera kijkt.
En niet: Cercei Lannister kijkt arrogant, terwijl haar broer onzeker kijkt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Non-verbale expressie: Mimiek
Betekent gezichtsuitdrukking. Ook dit beschrijf je door te zeggen wat je ziet zonder interpretatie.
Dus: De man kijkt fronsend in de camera.
En niet: Louis van Gaal is geïrriteerd omdat de pers niet luistert.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Non-verbale expressie: Beweging
Bij het beschrijven van bewegingen kun je het hebben over:
- zijn de bewegingen groot of klein?
- het tempo / ritme van de beweging
- zit er herhaling in?
- zijn de bewegingen synchroon? (tegelijk)
Ook hier weer alleen beschrijven wat je ziet en niet interpreteren!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Verbale expressie: Stem
De stem van de acteur is heel bepalend voor een personage.
Beschrijf bij de stem hoe deze klinkt.
- het volume
- de toonhoogte
- kenmerk, zoals kraak in de stem ipv schor
Ook dit beschrijf je zonder te interpreteren.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Status
Status = machtsverhouding tussen twee of meer spelers.  
  
Innerlijke kenmerken HOGE status:
- Zelfverzekerd
- Ontspannen

 Innerlijke kenmerken LAGE status:  
- Onzeker/ verlegen  
 - Angstig 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Beschrijf het verschil in status tussen Juf Ank en de andere moeders.
Benoem hierbij de houdingen en mimiek.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

ZELF KIEZEN 
1. Checken begrippen + Examenvragen korte film Buutvrij maken (zie opdrachtenblad) - individueel
2. Uitleg en oefenen begrippen adhv examenvragen Buutvrij - individueel of met docent

Klaar met examenvragen Buutvrij? Ga verder met CSE 2024
timer
20:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

3. Examenvragen
Zelfstandig examenvragen maken (20 min)
Nabespreken vragen (10 min)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Examenvragen Buutvrij

De korte film Buut vrij gaat over puber Pien die van haar moeder verstoppertje moet spelen met haar twee veel jongere broertjes. Tijdens het verstoppertje spelen doet Pien een bijzondere ontdekking.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Examenvragen
Examenvragen over film Buutvrij

De korte film Buut vrij gaat over puber Pien die van haar moeder verstoppertje moet spelen met haar twee veel jongere broertjes. Tijdens het verstoppertje spelen doet Pien een bijzondere ontdekking.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Link

Vanaf 1:08
Examenvraag 1
In het fragment (t/m 01:00) zie je de kamer van Pien. De rekwisieten zeggen iets over het karakter van Pien. De kledingstukken die door de kamer slingeren zouden bijvoorbeeld iets kunnen zeggen over het slordige karakter van Pien. Het losse muntje laat zien dat ze niet om geld geeft.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

(2p)
Noem nog twee verschillende rekwisieten die je ziet in het fragment en
noem per rekwisiet de karaktereigenschap van Pien

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

ANT examenvraag 1
maximumscore 2
twee antwoorden (bijvoorbeeld):
rekwisiet karaktereigenschap
− boek(en) serieus (leest graag)
− aangebroken
(chocolade)verpakking(en)
snoepkous / slordig / zuinig
− make-uppotje / lipstick ijdel / verzorgd
− strikje / oorbel meisjesachtig / ijdel
− broche in vorm van gitaartje muzikaal / houdt van
rockmuziek
− foto (polaroid) sociaal (heeft veel vriendinnen)
− plastic konijntje speels (houdt van knuffels)
− mobiele telefoon sociaal / betrokken
per juiste rekwisiet en juiste karaktereigenschap 1

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag 2
Pien moet van haar moeder verstoppertje spelen met haar twee broertjes. Terwijl Pien telt, zoeken haar broertjes een verstopplek.

De scene is spannend zodra Pien haar broertjes probeert te vinden.

Fragment (t/m 2:35) voor vraag 2 t/m 5


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

(2p) – Noem twee verschillende soorten vormgevingsmiddelen die je vanaf 00:38 in het fragment ziet/hoort en
- Leg voor elk soort vormgevingsmiddel uit hoe het de scene spannend maakt

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

ANT examenvraag 2
maximumscore 2
twee antwoorden (bijvoorbeeld):
− geluid: Er zijn plotseling harde voetstappen van het broertje hoorbaar.
− geluid: Er is een hard / laag / krassend geluid / muziek (van een cello)
hoorbaar.
− geluid: Er is een gil hoorbaar.
− licht: De broertjes zitten verstopt in het donker (er is nauwelijks licht). /
Ze verdwijnen in het donker.
− decor: Door de openingen in de muur lijkt het alsof Pien bespioneerd
wordt (door haar broertjes).
per juist soort en verschillend vormgevingsmiddel en juiste uitleg 1

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag 3
Op het moment dat het ene broertje “Buut vrij” zegt, gilt het andere broertje.

Het einde van dit fragment is een cliffhanger.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

(1p) – Leg uit wat het begrip cliffhanger betekent.
(1p) – Geef aan waarom het einde van dit fragment een clfifhanger is.

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

ANT examenvraag 3
maximumscore 2
De antwoorden moeten de volgende strekking hebben:
• (uitleg) een afloop van een scène / voorstelling waarbij het verhaal nog
niet is afgelopen waardoor de spanning groter wordt / iemand die over
een rotswand hangt en dreigt in de zee te vallen 1
• (waarom) De kijker (hoort het broertje gillen, maar) weet/ziet niet wat
er met het broertje gebeurt 1

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag 4
Het broertje gilt, maar we weten nog niet waarom.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

(1p) Verzin een scene die zich daar nu zou kunnen afspelen.

Doe het als volgt:
Noem alle spelgegevens en
Beschrijf de spelgegevens van jouw scene

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

ANT examenvraag 4
spelgegevens beschrijving (bijvoorbeeld)
Wie/rollen/personages Het broertje en de boze wolf
Wat/actie/verhaal De boze wolf wil het broertje opeten
Waar/plaats In een oude fabriek
Wanneer/tijd Overdag
Waarom/motief Omdat de wolf honger heeft
ook goed:
spelgegevens beschrijving (bijvoorbeeld)
Wie/rollen/personages Het broertje en een
vluchtelingengezin
Wat/actie/verhaal Het broertje schrikt van een
vluchtelingengezin.
Waar/plaats In een verlaten fabriek
Wanneer/tijd Overdag
Waarom/motief Omdat het broertje niet wist dat daar
een gezin verstopt zat.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag 5
Je hebt nu een deel van de cast gezien, namelijk Pien en haar twee broertjes (afbeelding).

In dit fragment kan elk personage de hoofdrol spelen.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

(1p) – Beschrijf waaorm PIEN in dit fragment de hoofdrol speelt
(1p) – Beschrijf waarom BROERTJE 1 in dit fragment de hoofdrol speelt
(1p) – Beschrijf waarom BROERTJE 2 in dit fragment de hoofdrol speelt

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Bespreken examenvragen
Eerste ronde: Bespreek in tweetallen jullie antwoorden en noteer welke vragen moeilijk waren.
Tweede ronde: klassikaal vragen bespreken.

Lever je gemaakte vragen in bij docent.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Check leerdoelen
Wat zijn theatrale middelen?
Wat  zijn theatervormgevingsmiddelen?
Wat zijn drie functies van theater?
Wat betekent status?

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Noem 3 dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag die je nog hebt

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Volgende les
Basisbegrippen herhalen
Oefentoets begrippen
Maakopdracht

Slide 50 - Slide

This item has no instructions