Herhaling 12

Herhaling 12
Alle leerdoelen van 12 op een rijtje
Schrijf op het blad wat je hebt gekregen of je de leerdoelen snapt
Rood= ken ik NIET
Oranje= ken ik een BEETJE
Groen= ken ik WEL
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling 12
Alle leerdoelen van 12 op een rijtje
Schrijf op het blad wat je hebt gekregen of je de leerdoelen snapt
Rood= ken ik NIET
Oranje= ken ik een BEETJE
Groen= ken ik WEL

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
12.1.1 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Slide

samenstelling bloed
Bloedplasma
12.1.1 

Slide 3 - Slide

Ontstaan bloedcellen
Stamcellen
12.1.1 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
12.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
12.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
12.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 5 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
(hart & longen)
Grote bloedsomloop
(hart & de rest
12.2.1

Slide 6 - Slide

12.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Namen van bloedvaten:

Van het hart naar orgaan: slagader
Van orgaan naar het hart: ader
+ de naam van het orgaan

Dus hoe noem je de ader die naar 
de nier toegaat?
12.2.3

Slide 9 - Slide

De poortader
Tussen de darmen+ maag en de lever

= zuurstof arm maar vol met voedingsstoffen (uit de darmen en maag)

vervoert bloed van de darmwand naar de lever, in de darmwand krijgt hij de voedingsstoffen
12.2.3

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
12.3.1 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
12.3.2 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 11 - Slide

Het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Het hart = een holle spier

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof en voedingsstoffen aan het hart te geven.
12.3.1 

Slide 12 - Slide

Het hart aan de binnenkant
12.3.2

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
12.4.1 Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen en aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 14 - Slide

Hoge en lage bloeddruk
Lage bloeddruk
Duizeligheid, vermoeidheid en 
flauwvallen.
Komt niet vaak voor


Hoge bloeddruk
Hoofdpijn en bloedvaten en organen 
beschadigen
Komt vaker voor
12.4.1

Slide 15 - Slide

Slagaderverkalking

Vettige stoffen plakken aan de wand --> ontstaan slagaderverkalking.

Cholesterol is de vettige stof die het meest zorgt voor slagaderverkalking.

De wanden van de slagaders worden minder elastisch.
12.4.1

Slide 16 - Slide

Hart- en vaatziekten voorkomen
Kan erfelijk zijn > medicatie om cholesterolgehalte te verlagen
12.4.1

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
12.5.1 Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.

Slide 18 - Slide

Wat doet je lymfevatenstelsel?
  • Lymfevaten vervoeren lymfe naar de lymfeknopen (of lymfeklieren).
  • In de lymfeklieren wordt de lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers en afvalstoffen.
  • Dit gebeurt door de witte bloedcellen
  • Bij veel ziekteverwekkers zwelt een lymfeklier op
12.5.1

Slide 19 - Slide

Lymfestelsel

12.5.1

Slide 20 - Slide

Lymfeknoop
12.5.1

Slide 21 - Slide

lymfe
De lymfevaten bevatten ook kleppen zodat het lymfevloeistof maar 1 kant op gaat.


12.5.1

Slide 22 - Slide

Leerdoel

12.6.1 Je kunt beschrijven hoe je je tegen ziekteverwekkers kunt beschermen.

Slide 23 - Slide

Afweer
Ziekteverwekkers worden tegengehouden door een aantal dingen

Hoornlaag: bovenste laag van de huid
Talg: laagje op je huid
Slijmvliezen: in je neus, mond en longen
Speeksel: zitten stoffen in die bacteriën doden
Maagsap: erg zuur en maakt bacteriën dood (1-4pH)

Reactie lichaam: koorts, temp lichaam stijgt hier kunnen bac. niet tegen
12.6.1 

Slide 24 - Slide



tegen een infectie:
  • Opperhuid/hoornlaag
  • Slijmvliezen
  • Maagzuur


van een infectie:
  • Koorts
  • Medicijnen bv. antibiotica
  • Witte bloedcellen
  • Antistoffen
Bescherming
Bestrijden
12.6.1 

Slide 25 - Slide