1.3 Sedimentatie

1.3 Sedimentatie
Blz. 14 en 15 (leerboek)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.3 Sedimentatie
Blz. 14 en 15 (leerboek)

Slide 1 - Slide

Programma
Herhalen 1.1 en 1.2 
Uitleg 1.3: Sedimentatie
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Oefenen met de begrippen
1.1 en 1.2

Slide 3 - Slide

Wat is een jong gebergte?
A
Een hooggebergte met scherpe toppen en diepe dalen.
B
Een laaggebergte met afgevlakte toppen.

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van chemische verwering?
A
In scheuren en spleten van de berg komt water dat bevriest en uitzet. Hierdoor brokkelt gesteente af. De samenstelling van het gesteente blijft hetzelfde.
B
Water tast het gesteente aan of lost het op in water waardoor grotten ontstaan. De samenstelling van het gesteente verandert.

Slide 5 - Quiz

Wat is erosie?
A
Het afbrokkelen van gesteente.
B
Het uitschuren van de bodem door water, wind of ijs.
C
Het neerleggen van zand, grind en klei.

Slide 6 - Quiz

Waar zien we erosie ontstaan door een rivier?
A
B

Slide 7 - Quiz

1.3 Sedimentatie
Pak blz. 14 en 15 erbij.

Slide 8 - Slide

Van bovenloop naar benedenloop
Al het gesteente verweert. 

Kijk naar de afbeelding. Waar ligt het vaste gesteente en waar het verweringsmateriaal?

Slide 9 - Slide

Een rivier is opgebouwd uit 3 delen:
1. Bovenloop
2. Middenloop
3. Benedenloop

Slide 10 - Slide

Lees de tekst van bovenloop naar benedenloop 
(blz. 12 & 13)
Waar ligt veel verweringsmateriaal? In de bovenloop!
Water stroomt met verweringsmateriaal naar de …………...... Hier zijn de hoogteverschillen ……….. en is er ook minder ……….




Slide 11 - Slide

Vul de lege woorden in:
Water stroomt met verweringsmateriaal naar de ..... Hier is het hoogteverschil ..... en is er ook minder .....

Slide 12 - Open question

Hoe noem je het wanneer grind, zand en klei wordt neergelegd?
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 13 - Quiz

De Nederlandse Delta
Waar een rivier in zee uitmondt komt de rest van het zand en klei in zee terecht -> onderwater komen nieuwe lagen die langzaam dikker worden -> er ontstaat nieuw land = delta

Voorbeeld: Nederlandse Delta

Slide 14 - Slide

Een deel van het zand uit de rivieren komt terecht in zee -> zandbanken
Bij hoog water en een gunstige wind vanaf zee wordt zand vanaf de zandbanken naar het strand vervoerd. De wind waait dit zand weg -> duinen


Slide 15 - Slide

Wat is een delta?
A
Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee mondt.
B
Gesteente dat is ontstaan door het neerleggen van materiaal door water, wind of ijs.
C
Die bouwwerken die na 1953 zijn gebouwd om het water tegen te houden.
D
Door de wind opgewaaide zandheuvel.

Slide 16 - Quiz

Ik kan zelfstandig aan de slag met de opdrachten.
Ja.
Nee, ik wil samen met jou een paar opdrachten maken.

Slide 17 - Poll

Opdrachten maken
§1.2 = 2, 3, 4, 5 en 7;
§1.3 = 1, 2, 3 en 5 op blz. 12 en 13 (werkboek).
Klaar?
1. Nakijken;

2. Begrippen leren. 

Slide 18 - Slide

Huiswerk (studieplanner!)
VOLGENDE WEEK
§1.2 = op. 2 - 3 - 4 - 5 - 7.
§1.3 = op. 1 - 2 - 3 - 5.

WEEK 38 (dag dat wij AK hebben):
S.O. §1.1 t/m §1.3



Slide 19 - Slide

Hoe leer ik voor een AK S.O. ?
Leer de begrippen en bronnen!

  1. Leer de samenvatting en begrippen (blz. 24-25)
  2. Noordhoff oefentoets (per paragraaf) => alternatief: Quizlet
  3. §1.1 t/m §1.3 = leer de bronnen (een paar hiervan in S.O.)

Slide 20 - Slide