Start spreekvaardigheid

Hoe Grieken en Romeinen spraken
Spreekvaardigheid §B2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe Grieken en Romeinen spraken
Spreekvaardigheid §B2

Slide 1 - Slide

Deze les

  1. Leerdoel
  2. De rol van retorica
  3. Geschiedenis
  4. Retorica in deze tijd 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je leert hoe de klassieke retorica is ontstaan, welke rol de retorica speelde bij de Grieken en de Romeinen en welke sporen er zijn nagelaten in onze maatschappij. 

Slide 3 - Slide

Wanneer heb jij voor het laatst geprobeerd iemand te overtuigen? Hoe heb je dit gedaan?

Slide 4 - Open question

Overtuigen
Op dagelijkse basis willen mensen graag anderen overtuigen: je wilt een nieuwe laptop, je wilt later naar bed of je wilt dat iemand je met de auto naar school brengt.

In de afgelopen weken hebben we gezien wat er nodig is om iemand te overtuigen: een standpunt en argumenten. 

Slide 5 - Slide

Retorica

Slide 6 - Slide

Belang van goed kunnen spreken

  • Ontstaan: 500 v. Chr.
  • Athene (Griekenland)
  • Macht lag bij de volksvergadering
  • Mogelijkheid om medeburgers te overtuigen van jouw ideeën en gelijk.

Slide 7 - Slide

Sofisten
  • Gaven spreeklessen
  • Ontwikkelen handleiding leerlingen: Leer van de retorica
  • 'Het gaat niet om gelijk hebben, maar om gelijk krijgen'

Slide 8 - Slide

Socrates, Plato en Aristoteles
  • Verzet tegen de sofisten.
  •  Waarheid is het hoogste doel.
  • Door logisch redeneren waarheid achterhalen.
  • Aristoteles: de retorica is een neutraal instrument. Het is aan de spreker om daar op een integere en juiste manier gebruik van te maken.

Slide 9 - Slide


Retorica: de kunst van het overtuigen

Het begrip retorica wordt ook wel 'redenaarskunst' of 'welsprekendheid' genoemd. Het is afgeleid van het Oudgriekse woord 'retor', wat 'spreker' of 'leraar' betekent. Een goed retor is iemand die zijn publiek op een schijnbaar natuurlijke manier van zijn standpunt weet te overtuigen.


Een standpunt verwoordt wat iemand ergens van vindt. In een tekst over pesten zou dat kunnen zijn: Ik vind dat pesten strenger moet worden bestraft. Synoniemen voor een standpunt zijn een bewering, mening, opinie, opvatting en stelling.


Wie overtuigend willen leren spreken, doet er verstandig aan eerst overtuigend te leren schrijven. De basis van een inhoudelijk sterk betoog - of dat nu gesproken of geschreven is - is namelijk een ijzersterke argumentatie!







Het begrip retorica wordt ook wel 'redenaarskunst' of 'welsprekendheid' genoemd. Het is afgeleid van het Oudgriekse woord 'retor', wat 'spreker' of 'leraar' betekent. Een goed retor is iemand die zijn publiek op een schijnbaar natuurlijke manier van zijn standpunt weet te overtuigen.
Retorica: de kunst van het overtuigen

Slide 10 - Slide

Romeinen
  • Zij namen het systeem van de retorica over van de Grieken.
  • Verdere ontwikkeling van de leer van de retorica.

Slide 11 - Slide

In de 5e eeuw v. Chr. werd aandacht besteed aan retorica, waarom juist daar en toen?
A
Ze hadden toen niets beters te doen.
B
Men had retorica nodig in de democratische politiek en in de rechtszaal.
C
Socrates, Plato en Aristoteles leefden toen en vonden het belangrijk.
D
De sofisten wilden iedereen manipuleren.

Slide 12 - Quiz

In het oude Griekenland was goed kunnen spreken belangrijk. Geldt dat tegenwoordig ook, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

Retorica in onze tijd
Reclame: klassieke stijlfiguren  
- Alliteratie
- Drieslag

Slide 14 - Slide

Vertrouw Roze, Vergeet Vlekken = ALLITERATIE
Today, Tomorrow, Toyota= DRIESLAG

Slide 15 - Slide

Onderwijs en Ethiek
Hoe ver mag een spreker gaan in zijn gelijk krijgen en het kromme recht praten? 

Nepnieuws en fact checken

Slide 16 - Slide

Bedenk drie beroepen waarvoor je retorica nodig hebt.

Slide 17 - Open question

Dus: retorica is...
A
mensen manipuleren.
B
de kunst om zo overtuigend mogelijk te spreken.
C
het bedenken van reclames en speeches.

Slide 18 - Quiz

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 8 op pagina 342.

Klaar?
Stillezen

Slide 19 - Slide