Wanneer schrijf je ge-stam-et?
D'tje, t'tje extra e'tje. Net als in de tegenwoordige tijd gebruik je bij een stam op -t of -d een extra
e bij du, er/sie/es/man en ihr.
- er hat gearbeitet
Ook bij de werkwoorden atmen, öffnen, rechnen, regnen en zeichnen gebeurt dit.
- er hat geöffnet