What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Past zich aan aan het zelfstandig naamwoord:
mannelijk enkelvoud:
vrouwelijk enkelvoud: e
mannelijk meervoud: s
vrouwelijk meervoud: es
Slide 2 - Slide
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
geen uitgang
- s
- e
- es
Slide 3 - Drag question
Plaats
Het bijvoeglijk naamwoord staat:
In het Nederlands vóór het zelfstandig naamwoord
In het Frans achter het zelfstandig naamwoord
MAAR! er zijn veel uitzonderingen die er toch vóór komen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
VOOR
ACHTER
joli
grand
long
dernier
jaune
hollandais
amoureux
heureux
Slide 6 - Drag question
Uitzonderingen qua vorm (regels):
-ien >> -ienne > italien - italienne
-eux >> -euse > amoureux - amoureuse
-if >> -ive > sportif - sportive
Slide 7 - Slide
Uitzonderingen qua vorm (leren):
beau - belle
nouveau - nouvelle
long - longue
vieux - vieille
gros - grosse
blanc - blanche
Slide 8 - Slide
Vul de juiste vorm in :
les grands-mères sont ...
A
vielles
B
vieux
C
vieille
D
vieilles
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm in :
c'est une jolie casquette...
A
blancs
B
blanche
C
blanches
D
blanc
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste vorm in :
Marie-Antoinette est très ....
A
heureux
B
heureus
C
heureuses
D
heureuse
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
la ______________ grand-mère
A
vieux
B
vieille
C
veielle
D
vieilles
Slide 13 - Quiz
Welke vorm is goed?
Le _______ garçon.
A
petits
B
petit
C
petite
D
petites
Slide 14 - Quiz
Welke vorm is goed?
Les ________ filles.
A
jeune
B
jeun
C
jeunes
D
jeuns
Slide 15 - Quiz
Welke vorm is goed?
Les ________ écoles.
A
grandes
B
grands
C
grand
D
grande
Slide 16 - Quiz
Welke vorm is goed?
Une ________ maison.
A
belle
B
beau
C
beaux
D
belles
Slide 17 - Quiz
Welke vorm is goed?
La prof ________.
A
heureux
B
heureuse
C
heureus
D
heureuses
Slide 18 - Quiz
Welke vorm is goed?
Les pantalons _______?
A
gris
B
griss
C
grise
D
grises
Slide 19 - Quiz
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
J'ai un père _____________ [sportif]
Slide 20 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Tu aimes mes chaussures (v) _____________ ? [noir]
Slide 21 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
J'ai eu une _____________ note pour la dictée d'anglais. [bon]
Slide 22 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Elles sont des filles _____________. [sérieux]
Slide 23 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Vous avez une _____________ maison . [beau]
Slide 24 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Oh là là! C’est une veste ______________________! [ cher]
Slide 25 - Open question
Wat is de juiste volgorde?
A
Une dame vieille
B
Une vieille dame
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Les jeunes filles
B
Les filles jeunes
Slide 27 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Un petit garçon
B
Un garçon petit
Slide 28 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Un bleu jean
B
Un jean bleu
Slide 29 - Quiz
Maak een goede zin.
Une _______ table _______ (noir)
Slide 30 - Open question
Maak een goede zin.
Les ________ voitures ________ (nieuw)
Slide 31 - Open question
Maak een goede zin.
Des ________ chaussures ________ (rood)
Slide 32 - Open question
Maak een goede zin.
La ________ fois_______ (eerste)
Slide 33 - Open question
Maak een goede zin.
Une ________ montagne _______ (hoog)
Slide 34 - Open question
Maak een goede zin.
Les _________ élèves ________ (nieuw)
Slide 35 - Open question
Maak een goede zin.
Les _________ filles ________ (Engels)
Slide 36 - Open question
Maak een goede zin.
un ________ cadeau ________ (joli)
Slide 37 - Open question
Maak een goede zin.
une ________ zone ________ (dangereux)
Slide 38 - Open question
Maak een goede zin.
les ________ dames ________ (vieux)
Slide 39 - Open question
Maak een goede zin.
une ________ fille ________ (jeune)
Slide 40 - Open question
les ________ robes ________ (bleu)
Slide 41 - Open question
More lessons like this
Mavo 3 / Oefentoets H1 (ABCDEFGH)
November 2021
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
Trinitas G2 - Bijvoeglijk naamwoord
February 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
klas 1 - préparation TW4
June 2024
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord (les 2)
November 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
grammatica chap 5 1MH
June 2024
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1HV CH5 H bijv naamw regels + nakijken 31
March 2020
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Classe 1 bijvoeglijk naamwoord
June 2024
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3M - bijvoeglijk naamwoord
September 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3