Sit down, grab your books and laptops and go to lessonup.com.
The code is in the bottom left
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Sit down, grab your books and laptops and go to lessonup.com.
The code is in the bottom left
Slide 1 - Slide
Welcome
Na deze les weet je hoe je vraag zinnen moet maken.
Slide 2 - Slide
Table of contents
Questions and negations in the present simple explanation
Exercise
End
Slide 3 - Slide
Questions and negations in the present simple
Wat was de present simple ook alweer?
Hoofdwerkwoorden
Hoe maak je vraagzinnen met do en does?
Van present simple naar vraagzin
Hoe maak je vraagzinnen met hulpwerkwoorden
Hoe maak je ontkennende zinnen?
Slide 4 - Slide
Wat was de present simple?
Slide 5 - Slide
Hoofdwerkwoorden
Werkwoorden die een actie omschrijven.
To bring To work
To laugh To sleep
To travel To think To swim To fly
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Van present simple naar vraagzin
She dances like Micheal Jackson.
I go to school.
Slide 8 - Slide
Hoe maak je een vraagzin van 'I play Minecraft'?
A
Does I play Minecraft?
B
Do I play Minecraft?
C
Can I play Minecraft?
Slide 9 - Quiz
Hoe maak je vraag zinnen met hulpwerkwoorden?
Wat zijn hulpwerkwoorden?
Hulpwerkwoorden zijn werkwoorden die in combinatie met het hoofdwerkwoord een extra betekeniselement aan de zin toevoegen. Dit kan niet alleen in een zin staan.
Slide 10 - Slide
Voorbeelden van hulpwerkwoorden
Slide 11 - Slide
Een vraagzin maken met hulpwerkwoorden
Jack can sweep the floor
Ellis may leave
Slide 12 - Slide
Hoe maak je een vraagzin van 'He is your favourite teacher'?
A
Does he your favourite teacher?
B
Can he your favourite teacher?
C
Is he your favourite teacher?
Slide 13 - Quiz
Hoe maak je ontkennende zinnen?
Do you like coffee? -->
Can they sweep the floor? -->
Does he like playing games? -->
May I leave? -->
Slide 14 - Slide
Beantwoord de vraag: Do you eat meat?
A
No I can't
B
No I don't
C
No I not
Slide 15 - Quiz
Uitzondering
am/are
Are you funny --> No I am not
Slide 16 - Slide
Beantwoord de vraag: Am I crazy?
A
No you are not
B
No you am not
Slide 17 - Quiz
... she ride her bike often?
A
Do
B
Does
Slide 18 - Quiz
... you like fries?
A
Do
B
Does
Slide 19 - Quiz
Hoe vraag je iemand of die mee naar buiten wilt?
A
May you want to go outside?
B
Does you want to go outside?
C
Can you want to go outside?
D
Do you want to go outside?
Slide 20 - Quiz
Maak een vraagzin van de volgende zin: 'She can take the car every morning'
A
Does she take the car every morning?
B
Can she take the car every morning?
C
May she take the care every morning?
Slide 21 - Quiz
Ik vond deze les moeilijk. 0 =helemaal niet 100 = heel erg