• Ik kan de persoonsvormen vinden in samengestelde zinnen.
• Ik kan voegwoorden gebruiken.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Grammatica - H2.7
Pak voor je:
Laptop + LessonUp
aantekeningenschrift
PTA 2 is in de week van 20 tot 24 januari!
Leerdoelen
• Ik kan samengestelde zinnen maken.
• Ik kan de persoonsvormen vinden in samengestelde zinnen.
• Ik kan voegwoorden gebruiken.
Slide 1 - Slide
Doelen
In deze paragraaf leer je:
• samengestelde zinnen maken;
• voegwoorden gebruiken.
Slide 2 - Slide
Gisteren heeft de storm het verkeer ontregeld. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
gisteren
B
storm
C
heeft ontregeld
D
verkeer
Slide 3 - Quiz
Benoem de zinsdelen
je werk niet?
PV =
wwg =
Ond =
Waarom
doen
jullie
Slide 4 - Drag question
Benoem de zinsdelen
PV =
wwg =
Ond =
LV =
Heeft
Karel Appel
dat schilderij
gemaakt?
Slide 5 - Drag question
Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin bestaat uit twee (of meer) zinnen die aan elkaar ‘geplakt’ zijn.
Susan kwam te laat op school. Ze had zich verslapen. →
Susan kwam te laat op school, want ze had zich verslapen.
Slide 6 - Slide
Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen hebben ook twee (of meer) persoonsvormen.
De persoonsvorm kun je vinden door de tijd van de zin te veranderen. De werkwoorden die dan veranderen, zijn de persoonsvormen.
Slide 7 - Slide
De kinderen speelden buiten, want het was mooi weer.
Noteer de persoonsvorm(en)
Slide 8 - Open question
Het PTA was goed gemaakt, omdat alle leerlingen goed mee deden met de les.
Noteer de persoonsvorm(en)
Slide 9 - Open question
Ik heb de persoonsvorm gevonden, maar het onderwerp lukt nog niet.
Noteer de persoonsvorm(en)
Slide 10 - Open question
VOEGWOORDEN
Woorden die twee zinnen aan elkaar 'plakken'. Voegwoorden maken het verband tussen de zinnen duidelijk.
Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: omdat, terwijl, als, maar, want, of, en.
• Hij struikelde alweer, want de kat liep voor zijn voeten.
• De voorstelling duurde lang, maar was wel interessant.
• Als je door dat glas fietst, is je band straks lek.
• Omdat hij geen zin heeft, kunnen wij nu niet weg.
Kan ook vooraan staan!
Slide 11 - Slide
Lees de samengestelde zin hieronder. Wat is het juiste voegwoord? Ik ga vaak op de fiets school, ..................... bij slecht weer is fietsen geen pretje.
A
want
B
maar
C
omdat
D
of
Slide 12 - Quiz
Ik heb mijn moeder gevraagd me weg te brengen, ................... mijn band is lek
A
maar
B
want
C
omdat
D
terwijl
Slide 13 - Quiz
.......... de brand woedde, lag de man rustig te slapen
A
omdat
B
of
C
maar
D
terwijl
Slide 14 - Quiz
Maken
Nederlands Talent 2.7 online
Klaar - 1.7 +1.8 afmaken
Daarna versterk jezelf H2!
Iedereen die het huiswerk niet af had moet na de vakantie op donderdag blijven om alles bij te werken!
Slide 15 - Slide
De hond rent vrolijk door het park. Noteer de persoonsvorm(en)
Slide 16 - Open question
Mijn vriendin stuurde mij een bericht en kwam op mijn verjaardag. Noteer de persoonsvorm(en).
Slide 17 - Open question
De kat ving een muis en at hem op. Noteer de persoonsvorm(en).
Slide 18 - Open question
De auto reed te snel, raakte van de weg en kreeg een ongeluk. Noteer de persoonsvorm(en).