HV3 H6 Markten - Les 6 (6.21 - 6.32) Arbeidsmarkt en APT
Hoofdstuk 6.2.2 en 6.2.3
De arbeidsmarkt - arbeidsproductiviteit
Opdracht 6.21 t/m 6.35
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 6.2.2 en 6.2.3
De arbeidsmarkt - arbeidsproductiviteit
Opdracht 6.21 t/m 6.35
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen deze les?
Herhaling vorige les
Uitleg laatste deel van H6
Maken opdrachten 6.21 t/m 6.35
Tijd voor extra herhaling quiz
Slide 2 - Slide
Wat is het verschil tussen concrete markt en abstracte markt? Op de ........... markt worden op afgesproken plaatsen goederen verhandeld. De ......... markt is het geheel van de vraag naar en het aanbod van een product.
A
concrete markt / abstracte markt
B
abstracte markt / concrete markt
Slide 3 - Quiz
Wat is een arbeidsmarkt?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Geeft de beroepsbevolking weer
D
Alle vacatures bij werkgevers.
Slide 4 - Quiz
De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Maak de vragen 6.24 - 6.28
Slide 10 - Slide
Leerdoelen
Kunnen jullie:
De arbeidsproductiviteit uitrekenen en uitleggen wat het aangeeft.
De productiewaarde uitrekenen en het werkloosheidspercentage.
De situatie van de flexwerkers beschrijven
Slide 11 - Slide
Arbeidsproductiviteit
is de productie(-waarde) per persoon in een bepaalde periode.
Arbeidsproductiviteit =
productie(-waarde)
werkgelegenheid
van alle gemaakte producten en diensten
Slide 12 - Slide
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit Stijgt >
Met hetzelfde aantal mensen produceer je meer >
waardoor de welvaart Stijgt
Slide 13 - Slide
Bij bedrijf dat 56 miljoen iPhones per jaar maakt zijn 2.000 mensen in dienst. Deze mensen werken 36 uur per week en zijn per jaar 6 weken vrij.
Bereken de arbeidsproductiviteit in iPhones per medewerker per jaar.
timer
1:30
Slide 14 - Open question
Bij bedrijf dat 56 miljoen iPhones per jaar maakt zijn 2.000 mensen in dienst. Deze mensen werken 36 uur per week en zijn per jaar 6 weken vrij. Bereken de arbeidsproductiviteit in iPhones per uur per medewerker. Rond af op 1 decimaal
timer
2:00
Slide 15 - Open question
Voorbeeld
Bruto Binnenlands Product (BBP)
= productiewaarde: € 812 miljard
Beroepsbevolking 9,3 miljoen
arbeidsproductiviteit =
€ 812 miljard/ 9,3 miljoen = € 87.311
Slide 16 - Slide
Stel dat
2020 NL, BBP = € 812 miljard
beroepsbevolking 9,3 miljoen
2021 NL, BBP = € 837 miljard
beroepsbevolking 9,3 miljoen
Wat gebeurt er dan?
Slide 17 - Slide
Stel dat
2020 NL, BBP = € 812 miljard
beroepsbevolking 9,3 miljoen
2021 NL, BBP = € 837 miljard
beroepsbevolking 9,3 miljoen
met hetzelfde aantal mensen is nu meer
geproduceerd, onze welvaart neemt toe
Slide 18 - Slide
Arbeidsproductiviteit
stijgt met hoger opleidingsniveau medewerkers
stijgt door inzet hoogwaardige machines (en automatisering)
als deze hoog is kun je goedkoper produceren en dat is goed voor de export van product en diensten
Slide 19 - Slide
Werkloosheidspercentage
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Werkloosheidspercentage
Aantal werklozen/ beroepsbevolking x 100%
Slide 22 - Slide
Van een land is de productiewaarde € 500 miljard. De arbeidsproductiviteit is € 40.000 per persoon. Hoeveel mensen werken er in dit land?
timer
2:00
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
In een land is de arbeidsproductiviteit € 40.000 per persoon. Er wordt nu werkgelegenheid geboden aan 12,5 miljoen mensen. 5% van de beroepsbevolking is echter nog werkloos. Met welk bedrag moet de productiewaarde van het land stijgen zodat er geen werkloosheid meer is?
timer
2:00
Slide 25 - Open question
Uitleg
In een land is de arbeidsproductiviteit € 40.000 per persoon. Er wordt
nu werkgelegenheid geboden aan 12,5 miljoen mensen. 5% van de beroepsbevolking is echter nog werkloos. Met welk bedrag moet de productiewaarde van het land stijgen zodat er geen werkloosheid meer is?
Als 5% werkloos is, dan is 95% dus aan het werk:
12.500.000/95 x 5 = 657.895
657.895 x € 40.000 = € 26.315.800.000
Slide 26 - Slide
Flexwerkers
- je hebt een vast contract maar geen vaste uren
- je hebt een tijdelijk contract
-je werkt vanuit een uitzendbureau als oproep of invalkracht