Hoofdstuk 4: Vechten, werken, bidden
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Het leenstelsel
Slide 2 - Mind map
Het leenstelsel was een afspraak tussen...
A
adel en kerk
B
koning en de adel
C
boeren en de koning
D
koopmannen en de banken
Slide 3 - Quiz
Wat past het best bij het leenstelsel
A
de leenheer zorgt voor de landbouw
B
de leenman mag een stuk land besturen in ruil voor trouw aan de leenheer
C
de leenman bepaalt de regels in het rijk
D
de leenheer mag een deel van het land besturen, in ruil voor belasting
Slide 4 - Quiz
1 begrip hoort er niet bij:
Leenstelsel – Vazal – Koning -Hofstelsel
Leenstelsel – Vazal – Koning -Hofstelsel
A
Leenstelsel
B
Vazal
C
Koning
D
Hofstelsel
Slide 5 - Quiz
In de tijd van het leenstelsel kon je tegelijk leenheer en leenman zijn. Klopt dat?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Welk antwoord klopt niet? Het leenstelsel werkte na verloop van tijd niet meer omdat:
A
Edelen het land als hun bezit zagen
B
Edelen zelf belasting gingen ophalen in hun leen
C
Edelen niet kwamen opdagen bij oorlog
D
Edelen niet luisterden naar de leenheer
Slide 7 - Quiz
Op het domein
Slide 8 - Mind map
Horigen zijn mensen met een eigen stukje grond.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
Hoe heten de klusjes die de horigen moesten opknappen voor de edelman?
A
Horigendiensten
B
Corvee
C
Dienstplicht
D
Herendiensten
Slide 10 - Quiz
1. Horigen zijn halfvrije boeren.
2. Horigen mochten het domein verlaten.
2. Horigen mochten het domein verlaten.
A
1= goed en 2 =fout
B
1=fout en 2 = goed
C
1 en 2 zijn goed
D
1 en 2 zijn fout
Slide 11 - Quiz
1. Horigen werken op het land van de landheer
2. Horigen kregen bescherming van de landheer
2. Horigen kregen bescherming van de landheer
A
1= goed en 2 =fout
B
1=fout en 2 = goed
C
1 en 2 zijn goed
D
1 en 2 zijn fout
Slide 12 - Quiz
1 begrip hoort er niet bij:
Domein – Drieslagstelsel – Missionaris - Horige
Domein – Drieslagstelsel – Missionaris - Horige
A
Domein
B
Drieslagstelsel
C
Missionaris
D
Horige
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Kerk en geestelijken
Slide 15 - Mind map
1 begrip hoort er niet bij:
Monnik – Bisschop – Klooster - Non
Monnik – Bisschop – Klooster - Non
A
Monnik
B
Bisschop
C
Klooster
D
Non
Slide 16 - Quiz
In de middeleeuwen was sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De heren
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel
Slide 17 - Quiz
De Islam
Slide 18 - Mind map
Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije
Slide 19 - Quiz
Mohammed is de grondlegger van de Islam
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Vikingen
Slide 23 - Mind map
1. wat is een ander woord voor Vikingen?
A
noormannen
B
vandalen
C
scandinaviers
