08 LessonUples JR1 H4

Vechten, Werken, Bidden.
Quiz
2020





18 Vragen Multiple Choise
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vechten, Werken, Bidden.
Quiz
2020





18 Vragen Multiple Choise

Slide 1 - Slide

Het leenstelsel was een afspraak tussen
A
adel en kerk
B
koning en de adel
C
boeren en de koning
D
koopmannen en de banken

Slide 2 - Quiz

Een koning werd in het leenstelsel een leenheer genoemd. En ridders?
A
Schuldenaren
B
Leenridders
C
Leenmannen
D
Leensoldaten

Slide 3 - Quiz

Karel de Grote is in het systeem van het feodalisme de .....
A
leenheer
B
leenman

Slide 4 - Quiz

In de tijd van het leenstelsel kon je tegelijk leenheer en leenman zijn. Klopt dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Welk antwoord klopt niet? Het leenstelsel werkte na verloop van tijd niet meer omdat:
A
Edelen het land als hun bezit zagen
B
Edelen zelf belasting gingen ophalen in hun leen
C
Edelen niet kwamen opdagen bij oorlog
D
Edelen niet luisterden naar de leenheer

Slide 6 - Quiz

Het systeem van heren en boeren die samenleven op een domein heet ...
A
Herendiensten
B
Vazalliteit
C
het Hofstelsel
D
het Drieslagstelsel

Slide 7 - Quiz

Welke bevolkingsgroep vond je in de middeleeuwen alleen in de steden?
A
De boeren
B
De burgerij
C
De adel
D
De geestelijken

Slide 8 - Quiz

In de middeleeuwen was sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De heren
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel

Slide 9 - Quiz

Hoe noemden ze de mensen die moesten gehoorzamen?
A
Luisteraars
B
Vertellers
C
Gehoorzamers
D
Horigen

Slide 10 - Quiz

Horigen zijn mensen met een eigen stukje grond.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

1. Horigen werken op het land van de landheer
2. Horigen kregen bescherming van de landheer
A
1= goed en 2 =fout
B
1=fout en 2 = goed
C
1 en 2 zijn goed
D
1 en 2 zijn fout

Slide 12 - Quiz

1. Horigen zijn halfvrije boeren.
2. Horigen mochten het domein verlaten.
A
1= goed en 2 =fout
B
1=fout en 2 = goed
C
1 en 2 zijn goed
D
1 en 2 zijn fout

Slide 13 - Quiz

Hoe heten de klusjes die de horigen moesten opknappen voor de edelman?
A
Horigendiensten
B
Corvee
C
Dienstplicht
D
Herendiensten

Slide 14 - Quiz

Hoe lang moest een horige in een stad wonen voordat hij vrij was?
A
Honderd dagen
B
Een jaar
C
Tien jaar
D
Een jaar en een dag

Slide 15 - Quiz

1 begrip hoort er niet bij:
Hertog – Graaf – Koning - Kardinaal
A
Hertog
B
Graaf
C
Koning
D
Kardinaal

Slide 16 - Quiz

1 begrip hoort er niet bij:
Domein – Drieslagstelsel – Missionaris - Horige
A
Domein
B
Drieslagstelsel
C
Missionaris
D
Horige

Slide 17 - Quiz

1 begrip hoort er niet bij:
Monnik – Bisschop – Klooster - Non
A
Monnik
B
Bisschop
C
Klooster
D
Non

Slide 18 - Quiz

1 begrip hoort er niet bij:
Leenstelsel – Vazal – Koning -Hofstelsel
A
Leenstelsel
B
Vazal
C
Koning
D
Hofstelsel

Slide 19 - Quiz

Hoe heette de vader van Karel de Grote?
A
Pepijn de Kleine
B
Pepijn de Lange
C
Pepijn de Dikke
D
Pepijn de Korte

Slide 20 - Quiz

Laatste vraag!

Slide 21 - Slide

Welke begrip zoeken we?
Het christelijk worden van Europa
A
Kerstening van Europa
B
Omkering van Europa
C
Bekering van Europa
D
Verkering van Europa

Slide 22 - Quiz