Hoofdstuk 3

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  • Theorie
  • oefening
  • collage

Slide 2 - Slide

Leeftijdsgroep = Generatie 
Periode van 15 jaar waarbinnen mensen geboren worden.
Generatie-Z--> 1995 - 2010 
De ontwikkeling van:
  •  seksualiteit, het zelfstandig worden en een eigen smaak of mening vormen belangrijk voor beide leeftijdsgroepen. 
Deze generatie is opgegroeid in een tijd van:
  • internet, apps, sociale media smartphones.

Slide 3 - Slide

Generatie-Z
 Is opgegroeid in een onzekere wereld.

Denk maar aan de terreuraanslagen, economische crisis waardoor veel mensen hun baan verloren, de coronacrisis en oorlogen.

Daardoor voelen zij een druk om alles goed voor elkaar te hebben. Ze willen zekerheid. Generatie Z wordt ook wel ‘digital natives’ genoemd. Dit betekent dat dit jongeren zijn die van kinds af aan zijn opgegroeid met online technologie.

Wie van jullie hoort bij Generatie-Z?
Herken je dingen die hier beschreven staan?


Slide 4 - Slide

Kenmerken van generatie Z 

1. Zekerheid
2. Technologie
3. Competitief
4. Diversiteit
 

Slide 5 - Slide

Herken jij je in generatie Z?

Slide 6 - Open question

De tiener 12 - 18 jaar
Lichamelijk
Duidelijk verschil jongens/meisjes

Geestelijke en sociale
Zelfstandigheid
Loskomen van ouders
Verantwoordelijkheid dragen


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat heeft invloed op onze identiteit?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Wat maakt onze telefoon zo verslavend?

Slide 11 - Open question


Ik zou best willen minderen met telefoongebruik, maar dat lukt niet.
Vraag 10
helemaal mee eens
beetje mee eens
neutraal
beetje mee oneens
helemaal mee oneens

Slide 12 - Poll

Hoeveel uur zit jij op je telefoon per dag?
minder dan 1 uur per dag
1 tot 2 uur per dag
2 tot 3 uur per dag
3 tot 4 uur per dag
5 tot 6 uur per dag
meer dan 6 uur per dag

Slide 13 - Poll

Opdracht
Maak een collage waarin jouw identiteit 
benodigdheden: A3 papier
tijdschriften
schaar, lijm, stiften,potloden

Slide 14 - Slide

Communicatie
Communicatie is het overbrengen van een boodschap. Online communicatie is het overbrengen van een boodschap via internet denk aan e-mail, app.
 
Verbale communicatie
Non-verbale communicatie

Slide 15 - Slide

Wat is communicatie?
Communicatie is het uitwisselen van informatie tussen 2 of meer personen. 

Slide 16 - Slide

Verbale communicatie
Verbale communicatie = communicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van (gesproken of geschreven) woorden.


Telefoneren is een voorbeeld van verbale communicatie. Je gebruikt woorden.

Slide 17 - Slide

Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie = communicatie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van woorden.

Bij non-verbale communicatie maak je gebruik van:
  • Gebaren: hand opsteken en wenken, naar iets wijzen
  • Hoofdbeweging: ja knikken, nee schudden
  • Gezichtsuitdrukkingen: lachen, boos, vies gezicht trekken, verbaasd kijken
  • Lichaamshoudingen: met gekromde schouders, rechtop of met gebogen hoofd staan
  • Stembuigingen: met je stem duidelijk maken of je hoopvol, bedroefd, vrolijk, vragend of bemoedigend bent
  • Symbolen, plaats etc: bijvoorbeeld verkeersborden, pictogrammen



Slide 18 - Slide

Samenwerken en Non verbale communicatie

Slide 19 - Slide

Opdracht communicatie

Groepjes maken
Je krijgt een envelop met daarin 5 puzzelstukjes 


Slide 20 - Slide

De spelregels
Er mag niet gepraat worden.
Je mag geen puzzelstukken bij iemand anders wegnemen.
Je mag wel puzzelstukken weggeven. Dat doe je door het puzzelstuk naar de ander te schuiven.

Je bent klaar als de puzzel kloppend is. Ga dan met je armen over elkaar zitten. Het groepje dat dit als eerst doet heeft gewonnen.

Slide 21 - Slide

Nabespreken

Hoe was het om stil te zijn tijdens de oefening?
Wie nam de leiding? 
Konden jullie goed samenwerken? Hoe merkte je dat?

Welke vorm van NON-VERBALE COMMUNICATIE heb je gebruikt?

Slide 22 - Slide

Miscommunicatie
Conflicten

Door miscommunicatie kunnen conflicten ontstaan.

Hoe ga jij om met conflicten?

Slide 23 - Slide

Stappen bij het bespreken van een conflict.

Wat is het probleem?
Zeg wat je dwars zit en stel vragen.
Bedenk oplossingen.
Bedenk een oplossing waar je beide tevreden mee bent.
Controleer na een tijdje of het een goede oplossing was.

Slide 24 - Slide

Programma
Terugkijken generatie Z
stukje theorie
oefening 
aan de slag
 

Slide 25 - Slide