Cursus Taal § 2 - Taal uit de buurt

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Klaarleggen:

- etui
- boek Nieuw Nederlands 



1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slide, with interactive quiz, text slide and 2 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Klaarleggen:

- etui
- boek Nieuw Nederlands 



Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
"Tijdens de les..."
Leerdoelen
Theorie 
Opdrachten maken
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je herkent het verschil tussen Standaardnederlands en streektalen/dialecten

Slide 3 - Slide

  • Herhaling vorige les
  • Uitleg + filmpje
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Een taal die je leert spreken vanaf je geboorte
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal

Slide 5 - Quiz

Taal die je er later bij leert en bijna net zo goed leert spreken als je moedertaal
A
Vadertaal
B
Vreemde taal
C
Tweede taal

Slide 6 - Quiz

Een extra taal die je leert, maar niet dagelijks gebruikt
A
Moedertaal
B
Vadertaal
C
Vreemde taal
D
Tweede taal

Slide 7 - Quiz

  • Wat: Maak opdracht 1 op blz. 88
  • Hoe: gezamenlijk 
  • Hulp: mevrouw Najid
  • Tijd: 5 min.
  • Uitkomst: klassikaal de opdracht bespreken
  • Klaar: lees opdracht 2 alvast

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

  • Wat: maak opdracht 2
  • Hoe: alleen
  • Hulp: mevrouw Najid
  • Tijd: 5 min.
  • Uitkomst: bespreken
  • Klaar: schrijf zoveel mogelijk woorden op die jij wel gebruikt, maar anderen raar kunnen vinden.

Slide 10 - Slide

  • Een streektaal is een taal van een bepaalde streek of een bepaalde plaats, die anders is dan de Standaardtaal (het Nederlands).
  • Denk aan Fries, Vlaams, Limburgs.
Streektaal 
(dialect)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Het 'Standaardnederlands' is het Nederlands dat als 'correct' taalgebruik wordt gezien. 
Een rijkstaal is een taal die door de overheid erkend wordt als een 'officiële taal'. 
Standaardnederlands

Slide 13 - Slide

Video
Dealen met je dialect

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

  • Wat: Maak opdracht 3 op blz. 89
  • Hoe: alleen
  • Hulp: mevrouw Najid
  • Tijd: 5 min.
  • Uitkomst: klassikaal de opdracht bespreken
  • Klaar: lees tekst 1 op blz. 88 nog eens en noteer de dikgedrukte begrippen met de betekenis erachter in je schrift.

Slide 16 - Slide

Wat is een streektaal?
A
De landstaal van een land
B
Een taal van een bepaalde streek, die afwijkt van de van de landstaal
C
Door de overheid officieel erkende taal
D
Het Nederlands dat als correct taalgebruik wordt gezien.

Slide 17 - Quiz

Wat het Standaardnederlands?
A
De landstaal van een land
B
Een taal van een bepaalde streek, die afwijkt van de van de landstaal
C
Door de overheid officieel erkende taal
D
Het Nederlands dat als correct taalgebruik wordt gezien.

Slide 18 - Quiz

Wat een rijkstaal
A
De landstaal van een land
B
Een taal van een bepaalde streek, die afwijkt van de van de landstaal
C
Door de overheid officieel erkende taal
D
Het Nederlands dat als correct taalgebruik wordt gezien.

Slide 19 - Quiz

Wat is het verschil tussen een rijkstaal en een streektaal (dialect)?

Slide 20 - Open question

Is het Bildts een rijkstaal?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Ik vind het _____ dat steeds meer streektalen verdwijnen.
A
erg
B
niet erg
C
iets anders, namelijk:

Slide 22 - Quiz

De Friese taal is volgens de overheid een ________
A
dialect
B
moedertaal
C
rijkstaal
D
streektaal

Slide 23 - Quiz

Waarom spreken Nederlands in Limburg anders dan hier in Friesland?

Slide 24 - Open question