1A Le passé composé tweede les

Bonjour 2HD
Qu'est-ce qu'on va faire?

- Vocabulaire A, page 50
- Le voyage surprise, page 23
- En ....... / Au ..... / Aux ......
-Woordvolgorde Frans


Prends ton livre,
ton iPad est fermé
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour 2HD
Qu'est-ce qu'on va faire?

- Vocabulaire A, page 50
- Le voyage surprise, page 23
- En ....... / Au ..... / Aux ......
-Woordvolgorde Frans


Prends ton livre,
ton iPad est fermé

Slide 1 - Slide

Faire 
Prends ton livre, 
Vocabulaire A, page cinquante

           5abc: écoute le dialogue (ensemble)
           Wat betekent de kop en de eerste zin?


Slide 2 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


Slide 3 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in" of "naar"
L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne

Slide 4 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France

Slide 5 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre

Slide 6 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre
En Allemagne

Slide 7 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre
En Allemagne
En Belgique!!

Slide 8 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre
En Allemagne
En Belgique!!
Bij 'LA' gebruik je 'EN'!

Slide 9 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc

Slide 10 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc
Au Portugal

Slide 11 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc
Au Portugal
Au Danemark

Slide 12 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc
Au Portugal
Au Danemark
Bij 'LE' gebruik je 'AU'!

Slide 13 - Slide

Des pays en français
Bij landen die in het meervoud zijn gebruik je "AUX" voor het woord "in"

Les Pays-Bas / les États-Unis 


Aux Pays-Bas
Aux États-unis 

Slide 14 - Slide

Dus:
Bij "vrouwelijke" landen 

Bij "mannelijke" landen

EN France
AU Maroc

Slide 15 - Slide

Dus:
Bij "vrouwelijke" landen 

Bij "mannelijke" landen

EN France
AU Maroc
Pak nu je iPad

Slide 16 - Slide

J'ai été ........ (naar) France (V)
A
au France
B
à la France
C
aux France
D
en France

Slide 17 - Quiz

Nous avons été ........ (naar) Norvège (V)
A
en Norvège
B
à la Norvège
C
aux Norvège
D
au Norvège

Slide 18 - Quiz

Woordvolgorde van zinnen 
Altijd eerst het onderwerp + alle werkwoorden + rest (tijd/plaats aan het einde)
J'ai passé de bonnes vacances á Nice
Ik heb een leuke vakantie in Nice gehad
Tu as acheté une banane hier
Heb jij gisteren een banaan gekocht?
Mes amis ont visité le village
Mijn vrienden hebben het dorp bezocht 

Slide 19 - Slide

Woordvolgorde van zinnen 
Het onderwerp + alle werkwoorden + rest (tijd/plaats aan het einde)

J'ai passé de bonnes vacances á Nice
Ik heb een leuke vakantie in Nice gehad
Tu as acheté une banane hier
Heb jij gisteren een banaan gekocht?
Mes amis ont visité le village
Mijn vrienden hebben het dorp bezocht 

Slide 20 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
à Paris-ont-mes parents -été

Slide 21 - Open question

Klopt deze zin?
J'ai une banane acheté
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Mes parents ont passé de bonnes vacances
B
Mes parents ont de bonnes vacances passé

Slide 23 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Ils ont voyagé en Angeleterre
B
Ils ont en Angleterre voyagé

Slide 24 - Quiz