Klas 3 kader 23 september

Klas 3 kader 
23 september
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klas 3 kader 
23 september

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Lesdoelen
  • Oefening woorden blz. 43
  • Herhaling woordraadstrategieën, uitdrukking opzoeken en vaste voorzetsels
  • Nakijken , 1.5 woorden
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je leert:
- de betekenis van 20 woorden;
- vaste voorzetsels bij werkwoorden en in uitdrukkingen gebruiken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent de ontwikkeling?
A
het verloop, de voortgang
B
iemand met een eigen bedrijf
C
een grote liefde voor iets
D
het voorschrift

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de praktijkervaring?
A
wat je leert op de werkvloer
B
het verloop, de voortgang
C
het voorschrift
D
iemand met een eigen bedrijf

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de passie?
A
wat je leert op de werkvloer
B
iemand met een eigen bedrijf
C
het verloop, de voortgang
D
een grote liefde voor iets

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de richtlijn ?
A
een grote liefde voor iets
B
wat je leert op de werkvloer
C
het voorschrift
D
het verloop, de voortgang

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de ondernemer?
A
het voorschrift
B
een grote liefde voor iets
C
iemand met een eigen bedrijf
D
wat je leert op de werkvloer

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Woordraadstrategieën

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vaste voorzetsels

Slide 11 - Slide

Luisteren naar een spreker
Invoegen in het verkeer

Nakijken
D.m.v. antwoorderboek
Opdracht 12, 13, 15, 16, 17

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afronden hoofstuk 1.3 en 1.5
Je kunt van lezen:
1. verschillende leerstrategieën hanteren;
2. informatieve teksten lezen;
3. de hoofdgedachte van een tekst weergeven;
4. relaties leggen tussen de tekstdelen en teksten (inleiding, kern, slot). 

 Je kunt/ kent van woorden:
- de betekenis van 20 woorden;
- vaste voorzetsels bij werkwoorden en in uitdrukkingen gebruiken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2, 2.3 lezen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Feiten en meningen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoofd- en bijzaken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maken:
Hoofdstuk 2
2.3 Lezen
Opdracht 1 t/m 7, 9 t/m 11

Slide 17 - Slide

This item has no instructions