Hoofdletters

Hoofdletters
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo b, kLeerroute VBLeerroute VKLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdletters

Slide 1 - Slide

LESDOEL:


Aan het eind van de les weet je:


Wanneer je hoofdletters moet gebruiken

Slide 2 - Slide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 3 - Slide

Welk woord is goed geschreven?
A
Coca-Cola
B
coca-cola
C
Coca-cola

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
maandag
B
Maandag

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
kerst
B
Kerst

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
lente
B
Lente

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
februari
B
Februari

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
hardenberg
B
Hardenberg

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Ameland
B
ameland

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 12 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
Maaike
B
maaike

Slide 13 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 14 - Quiz

Welk woord hoeft niet met een hoofdletters geschreven te worden?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 15 - Quiz

Type over en plaats zo nodig hoofdletters en leestekens

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 16 - Open question

Type over en plaats zo nodig hoofdletters en leestekens.

als je mij een mars geeft krijg je van mij een twix

Slide 17 - Open question

Aan de slag!
Werkblad Hoofdletters

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Kun je mij vertellen wanneer je hoofdletters gebruikt?

Slide 19 - Slide