Par 4.2 deel 2

Par 4.2 deel 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par 4.2 deel 2

Slide 1 - Slide

Agenda les
  • Opgaven par 4.2 afmaken
  • Uitleg par 4.3 deel 1
  • Zelf aan de slag / huiswerk

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Maak opgave 9
  • Je hebt 15 minuten voor opdracht
  • Hoe:
    - stil en zelfstandig 1e 5 minuten
    - na 5 minuten fluisterend overleg 2-tal naast elkaar toegestaan.
    - na 5 minuten ook hulp docent toegestaan (hand omhoog)
    - online of in je schrift
  • Klaar: begin alvast met opgave 10.
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Uitwerking opgave 9

Slide 6 - Slide

opgave 10 doen we klassikaal
  • Lezen eerst gezamenlijk hard op bron 3
  • Daarna klassikaal de vragen

Slide 7 - Slide

Antwoorden opgave 10 par 4.2
  • a. Het balanstotaal is € 23,5 miljoen, het totaal vreemd vermogen € 24 miljoen. Het eigen vermogen is dus € 0,5 miljoen negatief.
  • b. leningen, crediteuren, te betalen belasting
  • c. Apple is een sterk merk. En in 2012 maakt het bedrijf winst (zodat het eigen vermogen verbeterd kan worden).
  • d. De sterke verbetering van de debetzijde is helemaal met schulden gefinancierd.

Slide 8 - Slide

Resultatenbegroting
Resultatenrekening
Resultatenbegroting: een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.
Brutowinst= omzet - inkoopwaarde
Nettowinst= brutowinst - (overige) bedrijfskosten.
O
I
B
A
N
Alle bedragen zijn exclusief BTW
Paginavorm

Slide 9 - Slide

Opbrengsten en kosten -scontro
Opbrengsten > kosten > winst
W&V scrontovorm moet in evenwicht zijn > winst aan debetzijde
Bij kosten > opbrengsten > verlies > aan creditzijde 
Kosten aan debetzijde                                        Opbrengst aan creditzijde

Slide 10 - Slide

Maak opgave 1 par 4.3
  • Je hebt 5 minuten voor de opdracht
  • Hoe:
    - stil en zelfstandig 
  • Klaar: lees paragraaf 4.3 
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Uitwerking opgave 1 par 4.3 
  • a Aan de debetzijde worden de kosten en de winst geboekt, aan de creditzijde de omzet. Dus: kosten + winst = omzet. Oftewel: omzet – kosten = winst, wat altijd geldt.

  • b Nederland is kleiner dan Groot-Brittannië en kan dus minder verdienen aan uitzendrechten en commerciële activiteiten, zoals de verkoop van shirts.


  •  c Omdat Manchester City meer geld heeft, kan ze betere spelers kopen en kan ze succesvoller in de Europese competitie zijn. Dat levert weer meer uitzendrechten op, waardoor ze weer betere spelers kunnen aantrekken enzovoort.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
  • Maak hst 4 par 4.2 opgave 9 en 10 af 
  • Lees paragraaf 4.3
  • Maak hst 4 par 4.3 opgave 1 af

Slide 13 - Slide