§6 Mixopdrachten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Spelling

Voorbereiding toets spelling

Welke onderdelen? 

§1 hoofdlettergebruik en leestekens

§2 bijvoeglijk naamwoorden

§3 meervoudsvormen

§4 verkleinwoorden

Vraag 34.

Deze woorden schrijf je MET een hoofdletter

Deze woorden schrijf je NIET met een hoofdletter

els

juni

duitse

kerstboom

pasen

winter

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. lente
2. Lente

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Kerstmis
2. kerstmis

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Volkskrant
2. volkskrant

'Veel' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over

1. een zelfstandig naamwoord
2. een werkwoord

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De lelijke kast
2. De metalen kast
3. De grijze kast
4. De oude kast

Wat is de spellingsregel van het bijvoeglijk naamwoord?
Je schrijft het bijvoeglijk naamwoord ....

Kleuren kunnen gebruikt worden als bijvoeglijke naamwoorden. Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

Wat is het verschil tussen een stoffelijk
bijvoeglijk naamwoord en een 'gewoon' bijvoeglijk naamwoord?

Meervoudsvorming

1. menu's
2. menus

Wat is de meervoudsvorm van:
het museum?

1. de musea
2. de museums
3. het museums
4. oud spul

Meervoudsvorming

1. cafés
2. cafées
3. cafees

Wat is de juiste meervoudsvorm? 

Sleep het zelfst.nw naar de juiste plek. 

zn met meervoud +en

zn op +ën

zn met s eraan vast

zn met 's

orchidee

fooi

race

display

havik

amfibie

kiwi

café

zebra

fantasie

Noteer het verkleinwoord:

baby

Noteer het verkleinwoord:

auto

Noteer het verkleinwoord:

ketting

Huiswerk

§6 Mixopdrachten online op de licentie.

Opdracht 1.1, 2.1, 6, 7 (puzzelblad), 8.1, 9B en 10 B

Verminderde opdrachten: 1.1, 6, 7 (puzzelblad), 9B en 10B

Probeer 70% goed te scoren.

Ik begrijp de algemene spelling helemaal!

😒🙁😐🙂😃