This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Examentraining leesvaardigheid
Slide 1 - Slide
Lees tekst 3: 'Digitaal onderwijs modern, maar werkt het ook?'
Examen 2017 tv1
Slide 2 - Slide
Hoe wordt het onderwerp van de tekst in de eerste alinea ingeleid? In alinea 1
A
wordt een kritisch standpunt genoemd.
B
wordt een voorbeeld van het onderwerp van de tekst gegeven.
C
worden enkele feiten benoemd.
D
wordt de opbouw van de tekst aangegeven.
Slide 3 - Quiz
In alinea 2 geeft de schrijver een voorbeeld van iemand die heeft leren skiën via het internet. Wat is de bedoeling van dit voorbeeld? de lezer
A
ervan overtuigen dat je sommige dingen beter van een leraar kunt leren
B
informatie geven waar je op internet kunt leren skiën
C
kennis laten maken met de hobby’s van de schrijver
D
laten zien dat je in principe alles kunt leren via internet
Slide 4 - Quiz
Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
A
Alinea 4 en alinea 5 vormen een opsomming.
B
Alinea 4 en alinea 5 vormen een tegenstelling.
C
Alinea 5 trekt een conclusie uit alinea 4.
D
Alinea 5 werkt de laatste zin uit alinea 4 uit.
Slide 5 - Quiz
In alinea 5 wordt gesteld dat digitaal onderwijs niet leidt tot betere leerresultaten. Wat is hiervoor een reden?
A
Digitale aantekeningen zijn minder effectief dan aantekeningen die op
papier gemaakt worden.
B
In een digitale tekst zijn tabellen en grafieken minder goed te zien.
C
Je kunt een digitale tekst niet goed van begin tot eind lezen.
D
Onze hersens kunnen digitale informatie minder goed onthouden dan informatie op papier.
Slide 6 - Quiz
Waarom hebben beginnende studenten grote moeite om zich te verdiepen in langere teksten? (alinea 6)
A
Het kost studenten veel energie om met een studie te starten.
B
Je kunt geen langere teksten lezen op iPads en laptops.
C
Studenten hebben last van de beeldschermen van medestudenten.
D
Studenten zijn het niet meer gewend om langere teksten te lezen.
Slide 7 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Digitaal leren vormt de toekomst van ons onderwijs.
B
Digitaal onderwijs heeft meer nadelen dan voordelen.
C
Het onderwijs zou veel meer gebruik moeten maken van digitale hulpmiddelen.
D
Studenten kunnen niet meer zonder digitale hulpmiddelen.
Slide 8 - Quiz
Wat is de bedoeling van de laatste alinea? De laatste alinea
A
geeft een advies over het gebruik van digitaal onderwijs.
B
draagt een nieuw argument aan voor het standpunt van de schrijver.
C
geeft een samenvatting van de argumenten van de schrijver voor zijn standpunt.
D
geeft een toekomstverwachting over de ontwikkeling van digitaal
onderwijs.
Slide 9 - Quiz
Wat is het doel van de tekst?
A
de lezer amuseren met een verhaal over de kenmerken van modern
onderwijs
B
de lezer ervan overtuigen dat digitaal onderwijs niet goed is voor de leerprestaties
C
de lezer informatie geven over de mogelijkheden van digitaal
onderwijs
D
de lezer overhalen om geen gebruik te maken van laptops en digitale
boeken
Slide 10 - Quiz
Lees tekst 4: 'Het pandabroodje is 25 jaar!'
Examen 2017 tv1
Slide 11 - Slide
Een afbeelding in een advertentie kan verschillende functies hebben. Hieronder staan enkele mogelijke functies opgesomd. Geef bij elke uitspraak aan of de afbeelding in deze advertentie deze functie wel of niet heeft. 1. De afbeelding benadrukt dat het om een nieuw broodje gaat. 2. De afbeelding laat zien dat het broodje door het Wereld Natuur Fonds is gebakken. 3. De afbeelding laat zien dat met de Hollandse Panda een broodje bedoeld wordt. 4. De Oudhollandse tegeltjes in de afbeelding benadrukken dat het om een Nederlands product gaat.
Slide 12 - Open question
Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie? Het belangrijkste doel is consumenten
A
informatie geven over het 25-jarig bestaan van het Pandabroodje.
B
laten weten dat je een prijs kunt winnen als je een Pandabroodje
koopt.
C
overhalen om het Hollandse Pandabroodje te kopen.
D
overtuigen lid te worden van het Wereld Natuur Fonds.