What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
verwijswoorden
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
1 / 42
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 1 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Ik heb nieuwe kleren gekocht. Wil je ze zien.
A
heb
B
wil
C
je
D
ze
Slide 2 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 3 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Karel is niet zo aardig. Hij schreeuwt steeds.
A
steeds
B
zo
C
hij
D
Karel
Slide 4 - Quiz
Mensen kunnen Corona krijgen. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 5 - Quiz
Overal krijgen mensen Corona. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 6 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Wat is het verwijswoord?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 7 - Quiz
Mensen kunnen Corona krijgen. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 8 - Quiz
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 9 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Ik heb nieuwe kleren gekocht. Wil je ze zien.
A
heb
B
wil
C
je
D
ze
Slide 10 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Karel is niet zo aardig. Hij schreeuwt steeds.
A
steeds
B
zo
C
hij
D
Karel
Slide 11 - Quiz
Overal krijgen mensen Corona. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 12 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Wat is het verwijswoord?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 13 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 14 - Quiz
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 15 - Quiz
Voorbeelden van verwijswoorden zijn...
A
Waarom, zoals, soms...
B
Hij, zij, het, die...
Slide 16 - Quiz
Overal krijgen mensen Corona. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 17 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Ik heb nieuwe kleren gekocht. Wil je ze zien.
A
heb
B
wil
C
je
D
ze
Slide 18 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Karel is niet zo aardig. Hij schreeuwt steeds.
A
steeds
B
zo
C
hij
D
Karel
Slide 19 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Wat is het verwijswoord?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 20 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 21 - Quiz
Mensen kunnen Corona krijgen. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 22 - Quiz
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 23 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 24 - Quiz
Mensen kunnen Corona krijgen. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 25 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Ik heb nieuwe kleren gekocht. Wil je ze zien.
A
heb
B
wil
C
je
D
ze
Slide 26 - Quiz
Overal krijgen mensen Corona. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 27 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Wat is het verwijswoord?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 28 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Karel is niet zo aardig. Hij schreeuwt steeds.
A
steeds
B
zo
C
hij
D
Karel
Slide 29 - Quiz
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 30 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Wat is het verwijswoord?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 31 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Karel is niet zo aardig. Hij schreeuwt steeds.
A
steeds
B
zo
C
hij
D
Karel
Slide 32 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 33 - Quiz
Overal krijgen mensen Corona. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 34 - Quiz
Wat is het verwijswoord in de volgende zinnen
Ik heb nieuwe kleren gekocht. Wil je ze zien.
A
heb
B
wil
C
je
D
ze
Slide 35 - Quiz
Mensen kunnen Corona krijgen. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 39 - Slide
maak twee rijtjes met de woorden op de volgende slide , één met de- woorden en één met het-woorden
Slide 40 - Slide
auto , fiets , tafel, boek, balkon, feest , voetbal, werkboek
Slide 41 - Slide
Verwijswoorden
Hen
en
Hun
Slide 42 - Slide
More lessons like this
Verwijswoorden
January 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
May 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
May 2019
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
November 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden AA
October 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
December 2020
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Oefenen taalverzorging H5 & H6
June 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
maandag 17 april
April 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1