Zakelijke brief - sollicitatiebrief

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een sollicitatiebrief?

Slide 2 - Slide

Ik heb wel eens een sollicitatiebrief geschreven om aan een bijbaan te komen.
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Video

Sollicitatiebrief
Je kunt met een brief laten zien:
- Wie je bent
- Wat je kunt
- Waarom deze functie je aanspreekt

Je hoopt hierdoor een uitnodiging te krijgen voor een sollicitatiegesprek. 

Gerichte sollicitatiebrief   >  afgestemd op een vacature
Open sollicitatiebrief          >  wanneer er geen vacature open staat.

Slide 5 - Slide

Doelen
- Je weet volgens welke conventies (regels) je een zakelijke brief moet schrijven.
- Kunt de conventies in een zakelijke brief herkennen.
- Je gaat oefenen met het schrijven van een zakelijke brief.

Slide 6 - Slide

Verdeling over de pagina
- Plaats tussen de verschillende onderdelen en alinea's steeds witregels
- Niet langer dan een A4'tje
- Gebruik een goed leesbaar lettertype

Slide 7 - Slide

Briefconventies: vaste indeling
1. Afzender (schrijver)
2. Plaats, datum (uitgeschreven)
3. Geadresseerde (ontvanger)
4. Betreft (onderwerp)
5. Aanhef (Geachte...)
6. Inhoud (inleiding-kern-slot)
7. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
8. Ondertekening (handtekening + naam)

Slide 8 - Slide

Inhoud
- Inleiding (alinea 1) : doel van de brief
- Kern: 
  alinea 2: waarom jij solliciteert (over jou)
  alinea 3: waarom spreekt deze functie jou aan? (interesse)
  alinea 4: waarom moeten ze jou aannemen?  (kwaliteiten)
- Slot (alinea 5) : Wens of verwachting uitspreken.

Slide 9 - Slide

Niet doen!
- te veel tekst (ongeveer 1 A4'tje)
- Informeel taalgebruik (je/jij/jullie/jouw)
- afkortingen
- opleidingen vermelden die er niet 
  toe doen (bv. basisschool)
- negatieve meningen over vorige  werkgevers
- de tekst in de vacature letterlijk herhalen
- De brief beginnen met 'Ik' (want dat is onbeleefd)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Tips
- Schep niet op, maar wees ook niet te bescheiden.
- Onderbouw jouw motivatie en blijf dicht bij jezelf. Verwoord jouw ervaring als verkoopargument. 
- Als je jouw interesses en kwaliteiten benoemt, koppel deze dan altijd aan de functie waarvoor je solliciteert (waarom is jouw flexibiliteit handig voor de functie).
- Geef voorbeelden. Zeg niet alleen dat je flexibel bent, maar geef voorbeelden van situaties waaruit dat blijkt.
- Houd de afsluiting kort.

Slide 12 - Slide

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
's-Hertogenbosch 18 januari 2022
B
's-Hertogenbosch, 18 Januari 2022
C
's-Hertogenbosch, 18 januari 2022
D
's-Hertogenbosch 18 -01-2022

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde wel kent
A
Geachte heer Van Pommelen,
B
Geachte Jos van Pommelen,
C
Geachte meneer Van Pommelen,
D
Geachte heer J. Van Pommelen,

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heer of mevrouw,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 16 - Quiz

De eerste zin van de brief begin met een hoofdletter.
A
Niet waar. De aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. De eerste zin begint toch met een hoofdletter.

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 18 - Quiz

Onder de slotformule volgen je eigen voor- en achternaam, adres, postcode en woonplaats
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste adresdeel
A
3114BC Amsterdam
B
3114 BC Amsterdam
C
3114BC AMSTERDAM
D
3114 bc Amsterdam

Slide 20 - Quiz

De bijlagen die je met de brief meestuurt, moet je onder aan de brief vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen als je meer dan één bijlage hebt

Slide 21 - Quiz