24-01 Uitleg: Comparisons/ who vs which + Luisteroefening

1 / 13
next
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Today's lesson
  • Grammar explanation: Who/ which + Comparisons
  •  Individual work
  • Listening exercise
  • Sign up: SO Upgrader
  • Homework

Slide 2 - Slide

Grammar:

Who/ which

Slide 3 - Slide

May/ might be
WHO vs WHICH
WHO wordt gebruikt bij personen


It was Madison who was so nice to me.
Which wordt gebruikt bij dingen


She sent me a reply, which simply said: ‘OK’.

Slide 4 - Slide

Grammar:

Comparisons

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

May/ might be
Comparisons: vergelijkingen
Trappen van vergelijking
- Comparative: vergrotende trap
- Superlative: overtreffende trap
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 7 - Slide

May/ might be
Comparisons: vergelijkingen
Spellingsregels:
1. bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e
gebruik dan -r en -st.

2. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op medeklinker -y
gebruik dan -ier en -iest
Strange
Stranger
Strangest
Happy
Happier
Happiest

Slide 8 - Slide

May/ might be
Comparisons: vergelijkingen
Spellingsregels:
3. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op 1 klinker + 1 medeklinker: medeklinker verdubbelen.

Hot
Hotter
Hottest
Big
Bigger
Biggest

Slide 9 - Slide

May/ might be
Comparisons: vergelijkingen
Drie of meer lettergrepen


Popular

Intelligent
More popular

More intelligent
Most popular

Most intelligent


Bij vergelijkingen: (not) as .... as ..
It’s not as easy as you think.

Slide 10 - Slide

May/ might be
Comparisons: vergelijkingen
UITZONDERINGEN

Much/ many

Little

Good

Bad
More

Less

Better

Worse
(the) Most

(the) Least

(the) Best

(the) Worst

Slide 11 - Slide

Individual work
Learnbeat 4.5
Onderdeel E - opdracht 1, 2 en 4

Klaar? Ga verder met Zelf Oefenen

Slide 12 - Slide

Listening practice
Learnbeat 8.3 - Onderdeel C

Slide 13 - Slide