Meander Thema 3 les 2 Seizoenen

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 6

Seizoenen

Wat weet je over seizoenen?

Stap 1 - Reuzenschaduw

Proefje 

Kom allemaal in een kring rond de blauwe tafel staan

Nodig: Zaklamp en gum

Uitkomst

Hoe lager de zon staat, hoe groter de schaduw

1. Als de zon het meest op het zuidelijk halfrond staat, welk seizoen is het dan?

1. Lente
2. Zomer
3. Herfst
4. Winter

Stap 2 - Scheve aarde

Lezen - zomer en winter

Lezen - de zon

KES

K = kreeftkeerkring

E = evenaar

S = steenbokskeerkring

2. Welk seizoen is het op het noordelijk halfrond?

1. Zomer
2. Winter

3. Bij het begin van de lente is de beste plek?

1. Kreeftskeerking
2. Evenaar
3. Steenbokskeerkring

4. Bij het begin van de winter is de beste plek?

1. Kreeftskeerking
2. Evenaar
3. Steenbokskeerkring

5. Bij het begin van de winter is de beste plek?

1. Kreeftskeerking
2. Evenaar
3. Steenbokskeerkring

Stap 3  - Zonnestralen

Proefje 

Kom allemaal in een kring rond de blauwe tafel staan

Nodig: Zaklamp en papier

Uitkomst

Hoe rechter de zon staat op de aarde, hoe warmer de plek. Dit komt doordat de zon een kleiner stuk warmer hoeft te houden.

6. Wanneer wordt een plek warmer?

1. Als de zon recht staat op een plek
2. Als de zon schuin staat op een plek

7. Het is warmer als de zon recht staat. Hoezo?

Stap 4  - in januari

Lezen - In januari bijvoorbeeld

Hoe is het bij ons in januari? Hoe in juli?

8. In juli staat de zon op het

1. Noordelijk halfrond
2. Zuidelijk halfrond

9. In juli staat de zon naar de

1. Kreeftskeerkring
2. Evenaar
3. Steenbokskeerkring

10. In juli staat de zon

1. hoog
2. laag

10. In juli staat de zon

1. hoog
2. laag

11. In juli is het bij ons

1. lang donker
2. lang licht

11. In juli komt de zon niet op in de

1. noordpool
2. zuidpool

11. In juli gaat de zon niet onder in de

1. noordpool
2. zuidpool

Wat heb ik geleerd vandaag?