Spelen met het weer!

Wat een weer!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Denk je aan de zomer, dan denk je vast meteen aan een stralende zon. Bij de herfst zal je eerder regen en wind voor je zien. En sneeuw hoort natuurlijk bij de winter. Logisch toch? Maar waarom heeft ieder seizoen zijn eigen weer?

Items in this lesson

Wat een weer!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

.
Dit weet ik al!
Denkgesprek
  • Stel je voor dat je vanmiddag naar Australië vliegt. Welke kleding neem jij in je koffer mee? Waarom?
Praat erover in je groepje en schrijf de uitkomsten van jullie gesprek kort op.
timer
5:00
De spelregels
Bij een denkgesprek praat je samen met je klasgenoten over een vraagstuk. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat erom dat iedereen kan vertellen wat hij of zij denkt. Je hoeft elkaar dus niet te overtuigen van elkaars ideeën. Denk eerst zelf over de vraag na, praat er daarna over in je groepje. Komt iedereen aan het woord en kan iedereen zijn of haar ideeën bespreken? Dan zijn jullie goed bezig!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur
Wat zou jij willen weten over het het weer en de seizoenen? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie
  • Na deze les weet ik hoe onze seizoenen ontstaan en waarom ieder seizoen zijn eigen weer heeft.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Na deze les kan ik
    door middel van een explainer de kinderen in groep 5/6 uitleggen hoe het komt dat wij seizoenen hebben en welk weer hierbij hoort.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel

Arceer in ieder geval:
  • het noordelijk halfrond
  • het zuidelijk halfrond
  • de evenaar
  • de hittegolf

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
het weer
het klimaat
De temperatuur, bewolking, windsnelheid en vochtigheid op een bepaalde plaats. Op dit moment.
De gemiddelde situatie van het weer op een bepaalde plaats gedurende een langere periode (30 jaar). 

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
de evenaar
het noordelijk halfrond
het zuidelijk halfrond

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er nog andere woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 8 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 9 - Video

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Waar wonen wij?
A
Op het noordelijk halfrond.
B
Op het zuidelijk halfrond.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
WAAR of NIET WAAR?
In december ligt het zuidelijk halfrond van de zon afgekeerd. 
A
WAAR
B
NIET WAAR, het noordelijk halfrond ligt dan van de zon afgekeerd.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Hoe komt het dat er in het meest noordelijke gebied van het noordelijk halfrond in december helemaal geen daglicht te zien is?
A
Dat komt doordat de aarde draait.
B
Dat komt doordat de aarde sneller draait dan de zon.
C
Dat komt doorat de aarde een beetje schuin staat ten opzichte van de zon.
D
Deze uitspraak klopt niet. In december ligt het meest noordelijke gebied van het noordelijk halfrond juist de hele dag in de zon.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
WAAR of NIET WAAR?
Als de Noordpool de poolnacht heeft, gaat de zon op de Zuidpool de hele dag niet onder.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Wat hoort er op de puntjes?
Europa krijgt de meeste zon in ...
A
mei
B
juni
C
juli
D
augustus

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
WAAR of NIET WAAR?
In december schijnt de zon op het zuidelijk halfrond.
A
WAAR
B
NIET WAAR, hij schijnt dan op het noordelijk halfrond.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Maak een explainer voor de kinderen in groep 5/6. Leg in het filmpje uit hoe het komt dat wij seizoenen hebben en waarom hier bepaald weer bij hoort. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Bekijk het voorbeeld van een explainer hiernaast.
Stap 1
Wat is een explainer?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat
Wat is het doel van de maker van de explainer?
A
Hij geeft informatie en wil je iets uitleggen.
B
Hij wil je overhalen om iets te doen.
C
Hij wil je vooral vermaken door grapjes te maken.
D
Hij vertelt hoe je iets stap voor stap moet doen.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Laten we de explainer verder onderzoeken. Hij bestaat uit een inleiding - een middenstuk (de kern) en een afsluiting. Maar welk gedeelte uit het filmpje hoort bij wat? Op de volgende slide zie je gedeeltes van de tekst uit de explainer. Kun jij ontdekken wat bij de inleiding, de kern en de afsluiting hoort?

Slide 19 - Slide

Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Herken jij de inleiding, het middenstuk met informatie en de afsluiting in het filmpje? Slepen maar!
inleiding
kern
slot

Een geschminckt gezicht, een absurd grote mond en een rode neus. Ik was vroeger doodsbang voor clowns. En ik ben niet de enige. Veel meer mensen krijgen de kriebels van clowns. Dit is uitgezocht. In elke aflevering hebben we één onderwerp helemaal voor jullie uitgezocht. Dit keer: angst voor clowns.

Dit zijn de belangrijkste redenen waarom mensen bang zijn voor clowns:
1. Het masker van schminck. Je kunt niet zien wie er achter de schminck zit en hoe die persoon zich voelt. En dat vertrouw je niet. 2. Net niet menselijk. Clowns hebben vaak een overdreven grote neus, een brede mond en enorme handen en voeten. 3. Onvoorspelbaar gedrag. Je weet nooit wat je kunt verwachten bij een clown.

Als je nu heel erg bang bent voor clowns of ze gewoon een beetje eng vindt, houd dan dit in je achterhoofd: clowns zijn ook maar gewoon mensen!

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
  • Een explainer is een uitlegfilmpje.
  • In een explainer geeft de maker informatie over een onderwerp.
  • In een explainer wil de maker je iets leren over een onderwerp. Hij legt iets uit.
  • Een explainer heeft een logische opbouw: hij bestaat uit een inleiding, een middenstuk met informatie en een pakkende afsluiting.
Conclusies

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Werk samen in tweetallen. Schrijf op wat jullie in de explainer gaan vertellen. Het schrijfkader kan jullie hierbij helpen.
Stap 2
Van schrijven naar spreken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Filmen maar!
Jullie zijn er klaar voor om jullie explainer op te nemen. Bekijk je van te voren samen de punten in de checklist? Die helpen je vast en zeker om de explainer nog beter te maken. Veel succes!
Stap 3
Van tekst naar filmpje
timer
15:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Feedback & Publiceren
Laat de explainer zien aan de leerlingen in groep 5/6. Kunnen zij de checklist voor jullie invullen? Wat ging al heel goed? Wat kun je de volgende keer nog beter oefenen? Plak jouw ingevulde checklist in je projectschrift. 

Slide 24 - Slide

Verwerkingsopdracht
Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe de seizoenen ontstaan en waarom ieder seizoen zijn eigen weer heeft.
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat
  • Ik weet wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Ik kan door middel van een explainer de kinderen in groep 5/6 uitleggen hoe het komt dat wij seizoenen hebben en welk weer hierbij hoort.
Schrijf in je projectschrift wat jij hebt geleerd!

Slide 25 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? Verplaats ze naar de weetmuur. 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions