grammatica, verwijswoorden
- 'he
t'-woorden: di
t of da
t- 'de'- woorden die of deze
- ken de uitgangen van vrouwelijke woorden:
- heid, -nis, -ing, -schap ....
- hen = lv en na voorzetsel
- hun = mv, zonder voorzetsel
- wanneer gebruik je wat als verwijswoord? blz. 97 boek