Kwaliteitszorg

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is objectief?
A
Gedrag
B
Gebaseert op feiten
C
Hoe je iemand ziet
D
Gebaseert op meningen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zorgstandaard
Een zorgstandaard beschrijft (gebaseerd op richtlijnen en wetgeving) waaraan goede zorg voor een bepaalde aandoening zowel zorginhoudelijk als procesmatig minimaal moet voldoen. 
Richtlijn : beschrijft in detail de inhoud van de zorg

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Richtlijnen
Een richtlijn kan een uitwerking zijn van een kwaliteitsstandaard. Beroepsverenigingen zoals V&VN, maar ook bijvoorbeeld de beroepsvereniging van artsen, kunnen het initiatief nemen om een richtlijn te ontwikkelen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Protocollen
Een protocol is altijd gebaseerd op een onderliggende richtlijn en geeft aan hoe je in de dagelijkse praktijk moet handelen. Als een richtlijn wordt herzien, dient de protocol die hierop gebaseerd is ook aangepast te worden. De vrijheid van handeling is bij een protocol beperkt. Een protocol geeft namelijk stap voor stap aan hoe gehandeld moet worden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een kwaliteitsstandaard beschrijft vanuit het patiënten perspectief waar kwalitatief goede zorg aan moet voldoen. 
Een zorgstandaard is meer gericht op het beschrijven van de organisatie van zorg en afspraken over verantwoordelijkheden en taken. Een zorgstandaard is een hulpmiddel voor zorgverlener, verzekeraar én patiënt. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Procedures en protocollen

Slide 11 - Slide

Bespreek ook de voor- en nadelen van protocollen en standaardprocedures.
Voordelen: uniforme werkwijze, duidelijkheid in complexe situaties, minder fouten, inwerken gaat sneller, continuïteit.
Nadelen: geen rekening met bijzondere omstandigheden, verstarrende werking, doel uit het oog.

. Welke knelpunten kom je tegen in je BPV met betrekking tot het werken met protocollen?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Je verzorgt de wond van mevrouw Jansen en wilt weten waar je allemaal aan moet denken bij het verzorgen van zo'n wond. Wat gebruik je?
A
Werkprocedure
B
Protocol
C
Richtlijn
D
Kwaliteitsstandaard

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Je verzorgt de wond, en wilt weten hoe je dit precies moet doen. Wat gebruik je?
A
Procedure
B
Richtlijn
C
Protocol
D
Kwaliteitsstandaard

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Casus: Je merkt dat mondzorg een ondergeschoven kindje is op jouw afdeling. Dit is op :
A
Micro niveau
B
Meso Niveau
C
Macro niveau

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt onder microniveau?
A
Kamer van de zorgvrager
B
Apotheek
C
Wasbeurt
D
BIG-wet

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt onder mesoniveau?
A
Apotheek
B
Medicijnen geven
C
WGBO
D
Aanhoren van een klacht

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Casus: Er is een structureel probleem met het vinden van personeel bij ziekte. Jij wil graag een afspraak met de leiding om zo nodig een uitzendbureau in te schakelen.
A
Micro niveau
B
Meso niveau
C
Macro niveau

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt onder macroniveau?
A
Aanhoren van een klacht
B
Kwaliteitswet
C
Apotheek
D
De kamer van een zorgvrager

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions