12.2 processen in de lever

H12 regeling intern milieu
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H12 regeling intern milieu

Slide 1 - Slide

12.2 leerdoelen
4. Je beschrijft de functies van de lever.
5. Je beschrijft de bijdrage van de lever aan de stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten.

Slide 2 - Slide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: lever, leverslagader, leverader, poortader, leverlobjes, sinusoïden, galbuis, bloedsuikerspiegel, glycogenese, glucagon, insuline, glycogeen, gluconeogenese, normwaarde, vetzuren, glycerol, essentiële vetzuren, cholesterol, lipoproteïnen, essentiële aminozuren, transaminering, deaminering, ureum, ferritine, galkleurstof, detoxificatie, alcoholdehydrogenase, aldehydehydrogenase, gal, galzouten
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
  • je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken

Slide 3 - Slide

aan de slag
  1. lees 11.2 aandachtig door
  2. bekijk de animaties en uitlegvideo op de volgende dia's
  3. maken en nakijken opgaven 11.1
  4. maak een begrippenlijst

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

De volgende les test ik jullie kennis en begrip van 11.1, alles wat jullie nog niet snappen gaan we repareren. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Link

Opdracht 'wist-je-dat..'

Maak met je buur een 'wist-je-dat..' over de lever.
Bronnen: 12.2 Functies van de lever + internet.

Tijd: 5 minuten
Bewaar in je map.

Opdracht functies van de lever


Maak een mindmap van de functies (m.u.v. koolhydraat, eiwit en vetstofwisseling) van de lever.  Digitaal of op papier. 

  • een korte beschrijving
  • eventuele bijzonderheden
  • illustreer waar mogelijk (gebruik symbolen, tekeningen reactievergelijkingen, plaatjes)

Tijd: 15 minuten
Bewaar in je map.

Slide 10 - Slide

koolhydraatstofwisseling
insuline = hormoon (alvleesklier)
- stimuleert cellen tot opname glucose
- stimuleert glycogenese (omzetting glucose in glycogeen)

glucagon = hormoon (alvleesklier)
- stimuleert afbraak glycogeen tot glucose

gluconeogenese = omzetten aminozuren en vetten in glucose door levercellen

Slide 11 - Slide

glycogeen
glycogeen = polysacharide 

in lever- en spiercellen

insuline stimuleert het 'groeien' van dit grote molecuul

Slide 12 - Slide

vetstofwisseling
insuline = hormoon (alvleesklier)
- stimuleert cellen tot opname glucose
- stimuleert glycogenese (omzetting glucose in glycogeen)

glucagon = hormoon (alvleesklier)
- stimuleert afbraak glycogeen tot glucose

gluconeogenese = omzetten aminozuren en vetten in glucose door levercellen

Slide 13 - Slide

Vetstofwisseling 
De lever zet vetachtige stoffen om naar lipoproteïnen waardoor de hydrofobe vetten wel in het bloedplasma vervoerd kunnen worden (H11). 

LDL en HDL blaasjes.

Slide 14 - Slide

Vetstofwisseling 
De lever zet ongeschikte vetzuren om in geschikte vetzuren (bijvoorbeeld verzadigde vetzuren in onverzadigde vetzuren)

Essentiële vetzuren kan de lever niet maken. Die moet je via je voeding binnen krijgen.

Slide 15 - Slide

Vetstofwisseling (3)
Vetten worden in het lichaam gebruikt als energiebron, bouwstof, bescherming. 

Overbodige vetten worden afgescheiden in de vorm van cholesterol of galzure zouten (gal) 

Slide 16 - Slide

Cholesterol 
Cholesterol is de basis voor de aanmaak van sommige hormonen (testosteron, oestrogeen, bijnierhormonen)
Cholesterol zit in celmembranen voor stabiliteit.

10% komt uit je voeding, 90% maakt de lever zelf





Slide 17 - Slide

Eiwitstofwisseling
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering
Een (overtollig) aminozuur 'ruilt' zijn aminogroep (NH2) uit tegen de ketogroep (=O) van een ander molecuul. 
Deze verandert dan in een nieuw aminozuur. 

Slide 18 - Slide

Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’) = deaminering

De lever produceert ook verschillende plasma-eiwitten (eiwitten in het bloed).

Slide 19 - Slide

Eiwitstofwisseling 
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> 
ureum wordt gevormd, gaat via bloed naar de nieren

Slide 20 - Slide

Eiwitstofwisseling
Koolstofskelet wordt verbrandt (dissimilatie), omgezet naar glucose (gluconeogenese) of vet (lipogenese)


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link