We gaan met elkaar in een kring staan. Ik heb hier een bal waarmee ik de opdracht straks start. Ik gooi de bal onderhands naar iemand. Iedereen krijgt de bal één keer. De bal gaat kriskras door de groep. de laatste persoon gooit de bal terug naar mij. Dan is de bal de hele groep door geweest.
Je doet 4 dingen in deze opdracht:
1. Je gooit de bal onderhands naar iemand;
2. Je noemt de naam van die persoon;
3. Je steekt je hand op als teken, dat jij al aan de beurt bent geweest.;
4. Je onthoudt naar wie je e bal gegooid hebt.