Taalbeschouwing P3

Welkom terug!
Wat gaan we doen in P3?

  • Twee lessen taalbeschouwing
  • Eén leesclubles -> nieuwe leesclub vormen (max. 5 personen) en direct een boek kiezen Bestel/leen/koop dit boek direct! In week 5 (de eerste les Ne) heeft iedereen dit boek bij zich!
Geen Kernboeken, werkboek en leesboek mee? 3x vergeten betekent nablijven

Wil je Nederlands kunnen herkansen, dan houd je je huiswerk bij. Gemaakte opdrachten worden af en toe gecontroleerd en afgetekend.



1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom terug!
Wat gaan we doen in P3?

  • Twee lessen taalbeschouwing
  • Eén leesclubles -> nieuwe leesclub vormen (max. 5 personen) en direct een boek kiezen Bestel/leen/koop dit boek direct! In week 5 (de eerste les Ne) heeft iedereen dit boek bij zich!
Geen Kernboeken, werkboek en leesboek mee? 3x vergeten betekent nablijven

Wil je Nederlands kunnen herkansen, dan houd je je huiswerk bij. Gemaakte opdrachten worden af en toe gecontroleerd en afgetekend.



Slide 1 - Slide

Wk 4-5 HB 1 Mens & taal (p. 10-13) 
Taalbeschouwing P3
Wat is taalbeschouwing?

'Taal is een rijk instrument die wij als mensen tot onze beschikking hebben waarmee de wereld om ons heen kunnen beschrijven, maar ook onze eigen gevoelens, gedachten en iedere denkbare fantasie.'

‘Taalbeschouwing is reflectie over het gebruik van taal.’

‘Taalbeschouwing is het nadenken over vorm en betekenis van taal’


Slide 2 - Slide

Wat versta jij onder taalbeschouwing?

Slide 3 - Mind map

Doel en opzet van taalbeschouwing
Doel van het onderwerp taalbeschouwing is meerledig, wat ga je leren?
- Je wordt je bewust van de mogelijkheden en de functie van taal.
- Je leert spelen met taal en ontdekt dat taal ook een leuke kant heeft.
- Je leert wat jouw idiolect is.
- Je leert en ervaart dat taal leeft.
- Je krijgt een beeld van wat de vervolgstudie Nederlands te bieden heeft.

Opzet van de periode is als volgt:
- Je maakt kennis met het begrip taalbeschouwing = algemene introductie.
- Enkele fenomenen worden eruit gelicht, zoals taalvariatie, taalverandering, framing, sociolect en idiolect.
- Je kiest één onderwerp dat jou aanspreekt en doet daarover een onderzoekje dat qua tijd binnen de lessen uitgevoerd kan worden. Dit doe je in week 11 en in de 3e les Ne lever je een kort verslag hierover in met een refelctie.
-  De toets (toetsweek wk 12/13 ->ma 17 t/m di 25 mrt) bestaat uit theorie-, leestekst- en reflectievragen 


Slide 4 - Slide

Wk 4-5 Taalvariatie
Etnische taalvariatie -> mensen met een migratieachtergrond, Nederlands is niet hun moedertaal, maar tweedetaal (moeite met lidwoorden: de huis, de meisje)
Sociale taalvariatie -> sociolect (Gooise 'r)
Situationele taalvariatie -> formeel <-> informeel - spreektaal <-> schrijftaal, chattaal <-> standaardtaal 
Geografische taalvariatie -> dialecten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Pak je werkboek en een pen
Na deze les...
- ken je het verschil tussen taalgevoel, taalwerkelijkheid en taalnorm
- kun je een bijzonder taalfenomeen onderzoeken a.d.h.v. de 3 T's
- ken je het verschil tussen prescriptief en descriptief
- heb je ervaren dat taal per gebruiker kan variëren

Nog even terug:
- Wat is taalvariatie?


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Taalvariatie: De drie T's


Maak notities in je schrift

- Taalgevoel: wat vind ik zelf van deze vorm?
- Taalwerkelijkheid: wat doen andere sprekers?
- Taalnorm: wat zijn de regels?

Slide 10 - Slide

Maak een korte zin met het woord 'haten' of 'haat'

Slide 11 - Open question

Welke zin is volgens jouw taalgevoel fout?
Ik haat toetsweken
Ik heb haat aan toetsweken
Ik heb haat op toetsweken

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Maak met je groepje een keuze uit onderstaande taalvarianten en onderzoek het m.b.v. de drie T's (taalgevoel, taalwerkelijkheid, taalnorm) 
1. Ik zit hier voor saus.
2. Gaan we vanmiddag een koffietje doen?
3. Wil jij je rooster even nachecken?
4. Wat een skere gast is dat!
5. Eigen voorstel?

Bespreek met elkaar en zet je/jullie bevindingen op papier.
  • Taalgevoel: Vul op het papier allemaal jullie individuele taalgevoel in (wijkt het af, vind je het normaal taalgebruik?)
  • Taalwerkelijkheid: Zoek op je favoriete social media platform (TikTok, Snapchat, Insta) of je het daarop tegenkomt. Kijk ook op Internet of het in (kranten-)artikelen voorkomt.
  • Taalnorm: zoek het woord/de uitdrukking op in een woordenboek (Dikke van Dale), maar ook op Woordenboek van Populair Taalgebruik - Ensie
  • Bespreek in hoeverre deze taalvarianten overeenkomen met de 'standaard' taalnorm die jullie op school leren.
  • Na 10 minuten vertelt jouw groepje aan de klas in één minuut wat het resultaat is van jullie onderzoek.
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Wat heb je geleerd van jullie onderzoek: over de invloed van sociale media op taalvarianten en hoe verhoudt dat zich tot jouw taalgevoel en de taalnorm?
2. Wat vond je lastig te begrijpen of waar wil je nog meer uitleg over?

Slide 25 - Open question

En wat zegt ChatGPT?

Slide 26 - Slide

Wk 6-7 HB 9 Framing (p.42-45)
Taal doet ertoe. Hoe je iets noemt heeft namelijk invloed op de publieke meningsvorming. Taal is daarmee een wapen in de politieke strijd. Als politici een vraagstuk benoemen, denken ze daar in het algemeen over na. De manier waarop ze hun taal kleuren noemen we framing.

Slide 27 - Slide

Framing: Seintjes en signalen 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Wat is volgens jou 'framing'?

Slide 32 - Open question

Opdracht voor de volgende les Nederlands

Les 2: Meenemen een nieuwsbericht of artikel OP PAPIER dat volgens jou flink gekleurd is door framing

Les 3: Leesclub -> je hebt de helft van je boek gelezen 
                                 -> neem twee vragen/opmerkingen mee om met je leesclub te bespreken

Slide 33 - Slide

Wk 9-10 HB 7 Sociale taalverschillen (p.34-37)
Sociolect en idiolect
Je leert wat een sociolect is
Je leert wat een idiolect is
Je leert wat een etnolect is

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Welke synoniemen ken je voor het woord stelen?

Slide 36 - Mind map

Vertaal de tekst naar ABN

Slide 37 - Slide

Van straattaal naar ABN

Slide 38 - Slide

Afko's

Slide 39 - Slide

Wk 11 Onderzoek (individueel)
Opdracht 10: Taalonderzoek individueel
 

  • Je doet tijdens 1 à 2 lessen Nederlands in deze laatste week voor de toetsweek (wk.11) onderzoek naar één onderwerp en maakt een keuze uit een aantal mogelijkheden.

  • Je schrijft in een eindverslag (max. 200 woorden) waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen en wat jouw onderzoeksresultaten zijn. Noteer ook de gebruikte bronnen.

  • Je schrijft in een reflectie (max. 200 woorden) wat je van dit onderzoek geleerd hebt (bijv. ben je verbaasd over het eindresultaat, had je dit verwacht? Hoe heb je het onderzoek aangepakt, wat zou je een volgende keer anders doen enz.).

  • De deadline is tijdens de laatste les Nederlands in week 11 (10-14 mrt)


Slide 40 - Slide

Keuzes voor je onderzoek 
Onderzoekje naar één onderwerp tijdens les 1 en 2.
Maak een keuze uit de volgende mogelijkheden:

Kies uit een van de volgende opdrachten:
1.Taalvariatie: Kies een ‘rare’ zin die volgens jou grammaticaal niet klopt en 
onderzoek de drie T’s (zie WB p.37 en PowerPoint op Magister)
2. Idiolect: Ontdek je eigen talige visitekaartje (zie WB p.38)
 
3.Voorspel en licht toe met voorbeelden hoe onze taal over dertig jaar is.
Wat is er veranderd, wat blijft hetzelfde? Welke klanken veranderen, komen er 
nieuwe woorden bij? Gebruik hierbij het gedicht Mi have een Droom 
(Rotterdam, 2059) van Ramsey Nasr. 


4. Kom zelf met een voorstel en vraag de docent om toestemming.


Slide 41 - Slide

Op kies één van deze opdrachten uit je Kern OB boek
Havo kan kiezen uit:
OB 3 De geschiedenis van het Nederlands opdr. 11 (p.12)
OB 7 Sociale taalverschillen opdr. 13 (p.21)
OB 8 Taal & betekenis opdr. 13 (p.23)

Vwo kan kiezen uit:
OB 1 Mens & Taal opdr. 11 (p.9)
OB 7 Sociale taalverschillen opdr. 10 (p.21)
OB 8 Taal & betekenis opdr. 12 (p.23)
OB 9 Framing opr. 11 (p.25)







Slide 42 - Slide