De Grieks-Romeinse Cultuur

De Romeinse Cultuur
Een les over de cultuur van de Romeinen en hoe je deze vandaag nog terug ziet.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De Romeinse Cultuur
Een les over de cultuur van de Romeinen en hoe je deze vandaag nog terug ziet.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Leerdoel
  2. Huiswerk bespreken
  3. De ontmoeting tussen Grieken en Romeinen.
  4. De Romeinse architectuur
  5. De Romeinse Cultuur.
  6. Zelf aan de slag.
  7. Afsluiting les.

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
  1. Het huiswerk waren de 3 opdrachten die hoorden bij  2.3.2. 
  2. Waren er opdrachten of begrippen moeilijk?

  • Hoe noemen we het uitbreiden van het grondgebied buiten het eigen land? 
  • Hoe konden de Romeinen zo goed hun grondgebied uitbreiden? 
  • Hoe werden de Romeinse grenzen genoemd? 

Slide 3 - Slide

Leerdoel:
  • Aan het einde van de les kan jij kenmerken van de Romeinse cultuur herkennen en benoemen in eigen woorden waarom dit bij de Romeinse cultuur behoord.

  1. Je weet hoe de Romeinse cultuur eruit zag.
  2. Je weet hoe de Romeinen zich gedroegen
  3. Je weet welke overblijfselen er zijn van de romeinse cultuur
  4. Je weet wat cultuur is.

Slide 4 - Slide

Grieken en de Romeinen
  • De Griekse bevolking en cultuur ontstond rond 800 v.C. en bestond tot ongeveer 150 v.C.

  • De Romeinse bevolking en Cultuur ontstond rond 750 v.C en bestond tot 476 n.C

  1. Als we dit op het bord uittekenen, wat zien we dan?
  2. Als we kijken naar de kaart van Europa, zouden deze volkeren elkaar zijn tegen gekomen?

Slide 5 - Slide

En toen kwamen ze elkaar tegen...
  • Door het Romeinse imperialisme werden de Griekse gebieden in de 2e eeuw voor Christus veroverd.
  • Ze bewonderden de Griekse kunst, wetenschap en filosofie en namen veel over.
  • Ook namen de Romeinen de taal van de Grieken over en ontwikkelden dit tot het latijn.
  • Dit gebeurde omdat de Griekse cultuur al hoog ontwikkeld was en die van de Romeinen niet, de Romeinen hiervan wilden profiteren.

Slide 6 - Slide

Hoe zag Rome er uit?
  • De stad had grote pleinen, tempels, badhuizen en theaters.
  • Romeinse straten waren druk met markten, winkels en mensen.
  • Maar Rome was ook overbevolkt, er woonden op het hoogtepunt wel meer dan 1.000.000 mensen.

Slide 7 - Slide

Romeinse beeldhouwkunst.
  • De Romeinen kopieerden veel van de Griekse beeldhouwkunst.
  • Ze maakten standbeelden van goden, keizers en helden, vaak in marmer of brons.
  • Romeinse beelden waren vaak realistischer dan Griekse beelden.

In deze korte maar grappige video zien we hoe de Romeinen de Grieken kopieerden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Romeinse architectuur.
  • Amfitheater: Dit was een groot, open gebouw met zitplaatsen rondom een arena. Hier vonden spelen plaats, zoals gladiatorengevechten.
  • Colosseum: Het bekendste amfitheater, gelegen in Rome. Het bood plaats aan tienduizenden toeschouwers. 
  • Bogen en Beton: Romeinen gebruikten bogen om sterke constructies te maken. Ze ontwikkelden ook beton, wat hun gebouwen stevig en duurzaam maakte.

Slide 10 - Slide

Handige ontwikkelingen.
  • Aquaduct: Een bouwwerk dat water over lange afstanden transporteerde. Hierdoor kregen steden vers water voor drinkwater en badhuizen.
  • Door de aquaducten kon het water ook meer landinwaards, hierdoor leefden de Romeinen niet zoals de Grieken alleen langs de Kust

  • Riool: Het Cloaca Maxima was een belangrijk riool in Rome. Het zorgde voor een schonere stad en betere hygiëne.
  • Wat zou er met alle uitwerpselen gebeuren voor er een riool was?
  • Waar maak jij jezelf schoon iedere ochtend/avond?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Romeinse goden
  • De Romeinen geloofden net zoals de Grieken in meerdere goden, dit noemen we polytheisme
  • Veel Romeinse goden lijken op Griekse goden, maar hebben andere namen.
  • Waar denken jullie dat de namen van de planeten vandaan komen?

Vergelijking:
Zeus (Grieks) = Jupiter (Romeins), de oppergod.
Hera (Grieks) = Juno (Romeins), godin van het huwelijk.
Poseidon (Grieks) = Neptunus (Romeins), god van de zee.

Slide 13 - Slide

"Brood en spelen" 
  • Om de (veroverde) bevolking tevreden te houden, bedachten de Romeinse keizers een plan.
  • Met "Brood en Spelen" hielden zij de bevolking tevreden, als burgers gratis voedsel en entertainment krijgen dan komen ze vast niet in opstand.

  • In deze video zien we op een grappige manier hoe "brood en spelen" werd ingezet door de Romeinse keizer Julius Caesar.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Romanisering
  • Rome werd steeds groter door veroverde gebieden, deze namen na verloop van tijd aspecten van de Romeinse cultuur over. Dat heet romanisering.

  • Door handel werden andere gebieden beinvloed door de romeinse cultuur.  Want de Romeinse gebieden handelden ook met niet Romeinse bevolkingen.
  • Door verovering werden andere gebieden ook beinvloed, als een bevolking door de Romeinen werd verslagen, werden zij niet gedood maar moesten zij zich aanpassen... wel was er een kans dat je een slaaf werd...



Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
  • Lees eerst de tekst van 2.4.2 "Beschaving en verval van het Romeinse Rijk". 
  • Maak opdracht 12 t/m 15A. Dit is huiswerk voor de volgende les, als het niet af is krijg je een overschrijf opdracht. 
  • Lezen en opdrachten maken doe je zelfstandig, dat betekend in je eentje en stil. 
  • Als je een vraag hebt, steek dan je vinger op. Dan kom ik eraan.

Slide 17 - Slide

Nog een laatste dingetje!
  • Welke kenmerken van de Romeinse cultuur (of verspreiding hiervan) zie je terug in deze afbeelding?
  • Benoem wat je ziet en hoezo dit met de Romeinse cultuur heeft te maken.

Slide 18 - Slide

Afsluiting les.
  • Voor de volgende les: Zorg ervoor dat het huiswerk af is, dit zijn opdracht 12 t/m 14 (2.4.2).

Afsluiting
1. Schrijf je laatste antwoord af.
2. Sluit TvG en LU af, en doe je laptop op slaapstand.
3. Ruim je spullen op en controleer of jij je plek netjes achterlaat.
4. Als de bel gaat mag je gaan.

Slide 19 - Slide