Hoofdstuk 2.4 Lezen

Hoofdstuk 2 Lezen verbanden en signaalwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Lezen verbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Programma
-Bespreken opdrachten
10 min
-Quizizz tekstverbanden en signaalwoorden
15 min
-Zelfstandig oefenen

-Kwartet tekstverbanden en signaalwoorden


40 min

10 min


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kan signaalwoorden bij tekstverbanden benoemen. 
  •  Je kan signaalwoorden in een tekst herkennen.
  • Je kan tekstverbanden van een tekst benoemen.

Slide 3 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kan signaalwoorden bij tekstverbanden benoemen. 





Je kan signaalwoorden in een tekst herkennen.
Je kan tekstverbanden van een tekst benoemen.

Slide 4 - Drag question

Bespreken opdracht 5.2
Wat is het doel van deze tekst?

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Welk verband is er vooral tussen alinea 4 en 5?

Wat is het deelonderwerp van alinea 5 en 6 samen?

Vul het juiste verband achter het signaalwoord in.
daarom 
dus 
daarnaast 
ook 
maar 

Slide 5 - Slide

Hoe goed beheers je de leerdoelen na het bespreken van de opdrachten?
03

Slide 6 - Poll

Tekstverbanden en signaalwoorden


Opsomming

eerst, ten eerste – ten tweede – ten slotte, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien
Tegenstelling
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
Oorzaak-gevolg
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
Uitspraak-voorbeeld
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
Voorwaarde
als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij
Reden (argument)
want, omdat, namelijk, immers
Conclusie
dus, concluderend, dat betekent, kortom
Vergelijking
net zo als, even … als, in vergelijking met, 
Doel-middel
waarmee, zodat, om ... te, door middel van, met behulp van 

Slide 7 - Slide

Quizizz


Open Quizizz in een nieuw tablad. Laat LessonUp open staan. 
Voer de code in en speel mee met je eigen naam. 
Je maakt de Quizizz voor jezelf: je krijgt er een score voor. 

Slide 8 - Slide

Oefenen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Nieuw Nederlands - Hfst 2 - Lezen, verbanden en signaalwoorden - Opdracht 6 en 7. 
Hoe?
Chromebook, Nieuw Nederlands. 
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Lees de theorie van Hfst 2 Lezen. 

Slide 9 - Slide

Kwartet
Je krijgt een kwartetspel. 
In groepjes ga je kwartetten over tekstverbanden en signaalwoorden. 
Wees een beetje voorzichtig met de kaartjes, dan kunnen ze herbruikt worden. 

Slide 10 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kan signaalwoorden bij tekstverbanden benoemen. 





Je kan signaalwoorden in een tekst herkennen.
Je kan tekstverbanden van een tekst benoemen.

Slide 11 - Drag question