Hoofdstuk 2 Lezen

Tekstindeling en tekstverbanden & signaalwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Tekstindeling en tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Programma
-Herhalen tekstindeling
10 min
-Herhalen verbanden en signaalwoorden
10 min
-Quizizz

-Zelfstandig oefenen


10 min

40 min


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kan signaalwoorden bij tekstverbanden benoemen. 
  •  Je kan signaalwoorden in een tekst herkennen.
  • Je kan tekstverbanden van een tekst benoemen.

Slide 3 - Slide

Welke manieren van de tekst inleiden ken je?

Slide 4 - Mind map

Inleiding


Een zakelijke tekst bestaat meestal uit een inleiding, middenstuk en slot. 

Een inleiding van een tekst wordt bijna altijd het onderwerp genoemd. Daarnaast wordt bijvoorbeeld:
- de aanleiding voor het schrijven genoemd;
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven;
- een anekdote verteld;
- een belangrijke vraag gesteld;
- een mening of standpunt (over het onderwerp) gegeven;
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
- een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd;
- iets over de opbouw van een tekst verteld;
- een korte samenvatting van een tekst gegeven. 

Slide 5 - Slide

Wat staat er in het middenstuk?

Slide 6 - Mind map

Middenstuk


In het middenstuk van een tekst worden verschillende zaken behandeld die met het onderwerp te maken hebben. Dat zijn de deelonderwerpen. 

Slide 7 - Slide

Welke manieren van de tekst afsluiten ken je?

Slide 8 - Mind map

Slot



In het slot van een tekst  wordt bijvoorbeeld:
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
- een advies gegeven;
- een conclusie getrokken;
- een korte samenvatting van een tekst gegeven;
- een toekomstverwachting genoemd;
- een vraag uit de inleiding beantwoord. 

Slide 9 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden


Opsomming

eerst, ten eerste – ten tweede – ten slotte, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien
Tegenstelling
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
Oorzaak-gevolg
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
Uitspraak-voorbeeld
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
Voorwaarde
als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij
Reden (argument)
want, omdat, namelijk, immers
Conclusie
dus, concluderend, dat betekent, kortom
Vergelijking
net zo als, even … als, in vergelijking met, 
Doel-middel
waarmee, zodat, om ... te, door middel van, met behulp van 

Slide 10 - Slide

Quizizz
Je maakt deze Quizizz voor jezelf en dus stil

https://quizizz.com/admin/quiz/650c3709f18dd8b72f4929aa?searchLocale=

Slide 11 - Slide

Oefenen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Je hoort van mij of je met tekstverbanden en signaalwoorden of tekstindeling aan de slag gaat. 
Voor tekstverbanden en signaalwoorden:
Link naar wikiwijs in Classroom.
https://maken.wikiwijs.nl/76964/Tekstverbanden_en_signaalwoorden
Voor tekstindeling:
Lees de theorie van hfst 1, vat deze samen en ga met de opdrachten aan de slag. De al gemaakte opdrachten maak je nogmaals en je stelt vragen waarom je eerder gegeven antwoord fout is. 
Hoe?
Chromebook, Classroom. 
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Leer de theorie van Hfst 1 en 2 Lezen. 

Slide 12 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kan signaalwoorden bij tekstverbanden benoemen. 





Je kan signaalwoorden in een tekst herkennen.
Je kan tekstverbanden van een tekst benoemen.

Slide 13 - Drag question